Ruim 70 procent van de homomannen, lesbische vrouwen, biseksuele mannen en vrouwen en transgenders heeft wel eens te maken gehad met discriminatie of geweld als gevolg van hun seksuele gerichtheid of genderidentiteit. De slachtoffers zijn vaak jongeren.
Zij doen vaak geen aangifte omdat ze geen vertrouwen hebben in de politie, de gebeurtenis bagatelliseren, niet als homoseksueel te boek willen staan of ze denken dat de daders toch geen straf krijgen.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de daders vaak jonge mannen zijn met strikte opvattingen over seksualiteit. Daders treden vaak op als groep en pakken bij voorkeur homo’s aan die ze in de openbare ruimte tegenkomen.
Uit cijfers van de politie blijkt dat zowel autochtonen als allochtonen zich schuldig maken aan geweld tegen homo’s. De mate waarin zij opduiken in de politiecijfers weerspiegelt grofweg de verhouding tussen autochtonen en allochtonen in Nederland. Religie lijkt nauwelijks een rol te spelen bij discriminatie en geweld tegen homo’s, aldus het onderzoek.
Het kabinet vindt dat holebi’s en transgenders te weinig aangifte doen van discriminatie en geweld, ondanks ondermeer de benoeming van aparte officieren van justitie voor discriminatiezaken. Vanaf augustus 2011 komt er ook een aparte registratie voor discriminatie.
Download het onderzoek Geweld tegen homoseksuele mannen en lesbische vrouwen – een literatuuronderzoek naar praktijk en bestrijding.
Zie voor de kabinetsreactie de site van het ministerie van Justitie.
Zie voor meer informatie ons dossier Veiligheid en discriminatie.