Terug naar overzicht

VK–'Bijzonder onderwijs ook onder anti-discriminatiewet’

De Mensenrechtencommissie publiceerde deze opvattingen op 28 februari jl. in een rapport getiteld Legislative Scrutiny: Sexual Orientation Regulations.

In dit baanbrekende rapport komt deze commissie tot vergaande conclusies als het gaat om het grondwettelijke recht op vrijheid van mening en godsdienst en de positie van het bijzonder onderwijs.

De commissie vindt dat bijzondere scholen niet mogen discrimineren als het gaat om het toelaten van leerlingen, het in dienst nemen van docenten en als het gaat om voorzieningen die leerlingen op school aangeboden krijgen. Bijzonder scholen mogen zelfs niet stigmatiseren in het godsdienstonderricht dat er gegeven wordt.

‘Naar onze mening strekken de wettelijke regelingen die discriminatie op grond van seksuele oriëntatie verbieden zich ook uit naar het onderwijsprogramma. Dat betekent dat homoseksuele leerlingen niet mogen leiden onder godsdienstonderricht, of enig ander onderdeel van het onderwijsprogramma, waarin hun seksuele oriëntatie als zondig of moreel verwerpelijkheid wordt voorgesteld’, schrijft de commissie in dit rapport.

Het toepassen van de bepalingen waarmee homo-discriminiatie verboden wordt, betekent volgens de commissie niet dat leerlingen niet onderwezen mag worden, bijv. als onderdeel van de godsdienstlessen, dat er bepaalde godsdiensten zijn die homoseksualiteit als zondig beschouwen en daarom verwerpen.

Maar de commissie zegt daarover dat er ‘een belangrijk verschil is tussen de feitelijke informatie die op deze wijze op een beschrijvende manier ingebed wordt in een uitgebreid lesprogramma over de opvattingen over homoseksualiteit in verschillende religies en een lesprogramma waarin de leerstellingen van één bepaalde godsdienst over homoseksualiteit als objectieve waarheid onderwezen worden’.

Dat laatste leidt volgens de commissie tot ‘ongerechtvaardigde discriminatie tegen homoseksuele leerlingen’.

Volgens de commissie zijn er geen ‘heilige plaatsen’ waar ‘discriminatie’ is toegestaan of ‘geprivilegeerde sectoren van de samenleving die de vrijheid hebben om aan mensen hun mensenrechten te onthouden’.

Op alle scholen, dus ook in het bijzonder onderwijs, moet volgens de commissie daarom een onderwijsprogramma geboden worden dat strookt met de richtlijnen van de anti-discriminatiewetgeving op grond van seksuele oriëntatie.

De Britse regering heeft de opvatting van deze commissie dat non-discriminatie op grond van seksuele oriëntatie ook moet gelden voor het bijzonder onderwijs inmiddels overgenomen.

Maar de regering is nog niet zo ver gegaan ook in te stemmen met de opvatting dat bijzondere scholen dan ook hun onderwijsprogramma, en vooral hun godsdienstonderricht, aan de wet moeten aanpassen. Daar voeren de leden van de Mensenrechtencommissie uit het Hoger- en Lagerhuis nu zelf een lobby voor.

Zie voor meer informatie ons dossier Onderwijs.