‘Deze eis leidt immers tot onderscheid op grond van het enkele feit van burgerlijke staat of een homoseksuele gerichtheid en dat is niet toegestaan’. De school maakt dan een ongeoorloofd onderscheid, vindt de staatssecretaris.
Tegelijk wijst Dijksma erop dat de ‘in de Grondwet verankerde’ vrijheid van onderwijs meebrengt dat wel van medewerkers gevraagd mag worden dat zij de grondslag van de school uitdragen. De school mag daarom volgens de staatssecretaris wel van de leerkrachten vragen om homoseksualiteit en ongehuwd samenwonen af te wijzen als dat volgt uit de grondslag van de school.
‘Dit zijn moeilijke vraagstukken omdat hier verschillende grondrechten op gespannen voet staan met elkaar. Of in een concreet geval de grens wordt overschreden en een school verboden onderscheid maakt, is ter beoordeling aan de rechter of de Commissie Gelijke Behandeling’, aldus Dijksma.
‘De minister van OCW kan echter niet rechtstreeks ingrijpen’, stelt Dijksma. ‘In een concreet geval kan de minister wel de Inspectie van het Onderwijs verzoeken om een rapport’.
In een afgelopen december door een Kamermeerderheid overgenomen motie van SP-Kamerlid Jasper van Dijk wordt aan minister Plasterk van Onderwijs gevraagd te gaan overleggen met scholen die zulke ‘identiteitsverklaringen’ ter ondertekening aan docenten en leerlingen voorleggen. De reactie van de minister op deze motie wordt binnenkort verwacht.
Dit soort verklaringen worden bijvoorbeeld gebruikt door het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College. Beide scholen zijn aangesloten bij de Stichting Onderwijs op Reformatorische Grondslag (SORG). Behalve docenten moeten deze verklaringen ook door leerlingen ondertekend worden.
‘
Zie hier de Antwoorden van staatssecretaris Dijksma.
Zie verder ons dossier Onderwijs.