Monique Heger
was sinds de verkiezingen van 7 maart 2006 het enige gemeenteraadslid van de ChristenUnie in Wageningen en functioneerde volgens de partij uitstekend. Een deel van haar steunfractieleden en bestuur liet echter weten moeite te hebben met ‘deze nieuwe situatie’ nadat Heger om hun mening over haar lesbische relatie had gevraagd. Daarop besloot Heger haar ontslag als raadslid aan te bieden aan burgmeester Geert van Rumund van Wageningen.
‘Ik zit in mijn eentje in de raad en heb de steun van mijn medewerkers nodig om mijn werk goed te kunnen doen. Wij vormen een team. De steunfractieleden zitten in commissies, moeten stukken schrijven. Zij moeten veel werk verrichten. Ik heb gevraagd of er mensen zijn die moeite hebben met mijn keuze en dat was zo. Dan valt de steun van mijn achterban weg en kan ik mijn raadswerk – het partijprogramma uitdragen – minder goed doen. Daarom heb ik mijn ontslag ingediend’.
‘Dat is jammer, maar ik heb hier wel begrip voor’, schrijft Heger op de lokale website van haar partij. ‘Uiteindelijk gaat het mij niet om mijzelf, maar om de politieke standpunten van de ChristenUnie. Daar moet je met elkaar voor kunnen gaan’.
‘Het was geen democratische beslissing. Al had maar één fractielid er moeite mee gehad, ik heb een volledig draagvlak nodig. Juist omdat het gaat om een eenmansfractie’, zegt Heger.
Heger heeft bij het hoofdbestuur van de ChristenUnie gepleit voor een discussie over de vraag of iemand die een homoseksuele relatie heeft, actief kan zijn als ChristenUnie-volksvertegenwoordiger.
‘Ik vind het positief dat is aangegeven dat het niet een directe reden is om op te stappen. Maar het hangt ook af van de lokale situatie. Misschien was het in een andere gemeente wel mogelijk geweest door te gaan’.
Monique Heger wil echter haar raadslidmaatschap niet als podium gebruiken om binnen de partij op te komen voor situaties zoals die van haarzelf.
‘Ik vraag me af of je die discussie moet voeren als raadslid. Ik ben gekozen om de belangen van Wageningen te behartigen en de ChristenUnie goed te vertegenwoordigen. Het gaat niet om mij. We hebben een goed team en ik wil niet dat dat minder goed gaat functioneren door mijn persoonlijke situatie’.
Monique Heger blijft lid van de gemeenteraad totdat haar opvolger bekend is. Mogelijk blijft ze daarna actief in de steunfractie. Ze heeft haar hoop op een politieke carrière nog niet opgegeven. ‘Misschien is er bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen wel draagkracht binnen de fractie’.
Of ze in de toekomst een rol wil spelen in een eventuele discussie binnen de ChristenUnie over homoseksualiteit, weet Heger nog niet. ‘Daar heb ik nog niet zo heel erg over nagedacht’.
Over de toenemende discussie over homoseksualiteit in christelijk kring zegt Heger: ‘Het gaat in de discussie niet over wel of geen gelijk, het gaat niet om de waarheid. Het gaat erom dat we elkaar vrijlaten in elkaars persoonlijke keuzes en elkaar respecteren in de manier waarop ieder van ons christen wil zijn. Ik weet dat er veel mensen moeite hebben met homoseksualiteit. Moet ik dan in mijn eentje mijn zin doordrukken? Moet ik er een persoonlijke strijd van maken? Er is inderdaad meer ruimte voor opennheid. Maar sommige meningen verander je niet zomaar’.
Eerder dit jaar stemde Heger, samen met het CDA, tegen een motie waardoor iedere trouwambtenaar ook huwelijken van paren van gelijk geslacht moet sluiten. Die motie werd overigens aangenomen en omdat Wageningen al geen weigerambtenaren in dienst had, behoort deze gemeente in de COC-inventarisatie bij de zogenaamde ‘weigervrije gemeenten’.
Heger zegt daarover in de Volkskrant: ‘De partij is tegen het homohuwelijk. Dat is een politiek feit, maar dat ik een lesbische relatie heb, is geen politiek issue’. Maar op de vraag of ze wel lesbisch mag zijn, maar het niet mag doen, zegt Heger: ‘Ik ben sinds een paar maanden verliefd op een vrouw. En nu is het wel een onderwerp’.
De voorzitter van ChristenUnie Wageningen
Hendrik Jan Berenschot
, zelf ook lid van de steunfractie, noemt Heger een gedreven en prijst haar als een deskundig politicus. Hij stelt dat er formeel geen bezwaar zou zijn als Heger door zou gaan. ‘Dat zij desondanks plaats wil maken voor een ander, is een teken van kracht.’
‘Ze mag ook gewoon lid blijven van de partij en de steunfractie’ aldus
Klaas Quist
, woordvoerder van ChristenUnie Wageningen.
‘Maar de vraag is hoe geloofwaardig je bent als vertegenwoordiger van de partij als je levenssfeer niet strookt met de boodschap van de partij’, laat Quist daarbij ook weten.
Hij vergelijkt de situatie met een GroenLinkser die in een Hummer rijdt of een lid van de Partij voor de Dieren dat elke dag biefstuk eet. ‘De boodschap strookt niet meer met de boodschapper’.
Volgens Quist was het een ‘volslagen verrassing’ voor zowel de partij als Monique zelf dat ze lesbisch bleek te zijn. ‘Ze heeft in het verleden zelfs een relatie met een man gehad. Niemand had dit zien aankomen’.
In een interview in De Volkskrant op 14 oktober vorig jaar antwoordde CU-partijleider
André Rouvoet
op de vraag of homo’s welkom zijn bij de ChristenUnie: ‘Ja, we hebben geen ballotagecommissie. Leden moeten de grondslagen van de partij onderschrijven, daar zit geen meetlat bij voor iemands seksuele geaardheid’.
Rouvoet, nu minister voor Jeugd en Gezin, zegt het jammer te vinden dat Heger vertrekt als raadslid. ‘Zij deed haar werk voortreffelijk’. Wel zegt hij haar besluit te respecteren. Net als het hoofdbestuur van de ChristenUnie vindt hij dat het hebben van een lesbische relatie geen reden hoeft te zijn om op te stappen als volksvertegenwoordiger voor zijn partij.
CU-partijvoorzitter
Peter Blokhuis
kreeg het nieuws over Heger te horen via de Wageningse afdeling. ‘Die wilde weten of er in het landelijk reglement iets over homoseksuele raadsleden stond. Nee dus, want dit is de eerste keer dat zoiets speelt’.
Volgens Blokhuis is het niet aan de partij om te oordelen over de vraag of de relatie van Heger Bijbels gezien door de beugel kan. ‘Daarover wordt in kerken binnen onze achterban heel verschillend gedacht. Als partij moeten wij daarover niet ook nog eens gaan discussiëren’.
Na de bekendmaking volgde overleg met Heger en het plaatselijke bestuur. Blokhuis: ‘De steunfractie en het bestuur waren verdeeld. Heger heeft moeten constateren dat de steun voor haar positie is afgenomen’. Hij haast zich erbij te zeggen dat dat er formeel niet toe doet. ‘Ze is gekozen voor vier jaar en kan haar zetel dus blijven innemen. Als partij hebben we daarover niets te zeggen’.
‘Er is verschil tussen iemand die zich wil kandideren of iemand die al in de raad zit op het moment dat hij een relatie aangaat met een partner van hetzelfde geslacht. In dat laatste geval kun je krijgen dat een aantal partijleden zegt: Ik zie je niet meer als mijn spreekbuis in de raad. Het bestuur stelt slechts vast: Het raadslid is omstreden, en niet voor een futiliteit. In dit geval had Heger kunnen blijven zitten, waarbij wij haar hebben meegegeven dat het draagvlak voor haar functioneren in de achterban waarschijnlijk afneemt’.
Van enige steun daarbij vanuit het partijbestuur blijkt verder niets uit de woorden van de partijvoorzitter.
Was Heger nog niet verkozen, dan had een plaats op de kandidatenlijst er wat het partijbestuur betreft niet ingezeten. Blokhuis: ‘Ik denk dat je moet constateren dat daarvoor geen draagvlak is’.
‘Dit is wel een open zenuw. De partij wil niet zeggen dat het er niet toe doet hoe iemand leeft. Iemand mag niet omstreden zijn. Ook andere dingen dan homofilie kunnen op dat punt een rol spelen. Maar wij achten het huwelijk tussen man en vrouw van groot belang. Dat staat op een ander niveau dan andere verbintenissen’.
‘Er werd vroeger niet over nagedacht. Nu zie je dat anders ligt. In alle kerken binnen onze achterban is het hebben van een homoseksuele relatie omstreden. Tien, twintig jaar geleden zou een homo er niet over piekeren om zich kandidaat te stellen voor de RPF of het GPV’ _(=de partijen die samen zijn opgegaan in de ChristenUnie, red.)_.
Vraag is of Blokhuis daarmee niet tussen twee vuren zit in zijn partij, tussen behoudende leden en leden die ruimere opvattingen hebben.
‘Nee, niet als je verantwoordelijkheid duidelijk ziet. Wij gaan ons als partij niet mengen in discussies die spelen in kerken. Een partij is geen kerk. Iemand als Yvette Lont mag persoonlijk de overtuiging hebben dat homoseksuelen geestelijk dood zijn, maar dat niet uitdragen als politica. Daarvoor zitten de leden onvoldoende op één lijn’.
Voorzitter
Frank van Dalen
van het COC noemt het aftreden van Heger ‘jammer’, laat hij desgevraagd weten.
‘Dat homoseksualiteit binnen de ChristenUnie gevoelig ligt, is bekend. Maar tegelijk toont dit voorval aan dat homoseksualiteit daar net zo goed voorkomt. Gelet op de uitspraken van Rouvoet en Blokhuis had Heger ook kunnen aangeblijven. Vooral ook omdat ze naar mijn indruk de rondslagen van de partij nog altijd volledig onderschrijft. Als haar die ruimte was gegeven had ze direct een bijdrage kunnen leveren aan het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in religieuze kring’.
Dat is één van de prioriteiten van het homobeleid van dit kabinet. Van Dalen denkt dat er ook alle aanleiding is voor een debat over homoseksualiteit in de ChristenUnie zelf, maar partijvoorzitter Blokhuis heeft al laten weten dat niet te willen.
‘Waar is men bang voor?’, vraag Van Dalen zich af. ‘In plaats van moreel leiderschap te tonen door het voortouw te nemen, laat men de zaak op z’n beloop’, constateert Van Dalen en verwijst daarbij naar dit voorval en de recente affaire rond het Amsterdamse CU-deelraadslid Yvette Lont die homoseksualiteit in een artikel in het Nederlands Dagblad in de meest velle bewoordingen afwees.
In de
Tweede Kamer
is door de woordvoerder homo-emancipatiebeleid met verbijstering gereageerd op het ontslag van het Wageningse CU-raadslid Monique Heger.
Lea Bouwmeester – PvdA
: ‘Als ik de ChristenUnie was zou ik me schamen. Ik kan me voorstellen dat Heger zich afgedankt voelt. In hoeverre is er sprake van een eigen afweging, als je collega’s al aangeven dat ze jouw relatie niet zien zitten? Het is hoe dan ook belachelijk dat je bepaalde dingen niet meer kunt doen omdat je lesbisch bent. De ChristenUnie geeft een fout signaal’.
Ineke van Gent – GroenLinks
: ‘Zo’n beslissing neem je niet in volledige vrijheid. Ik vind het erg triest. Het slaat nergens op dat je je moet afvragen of je raadslid kunt blijven, omdat je lesbisch bent. Zo’n afweging zou totaal niet aan de orde moeten zijn’.
Boris van der Ham – D66
: ‘Ik vind het zeer triest dat zoiets nu nog kan voorkomen. Het zou CU-leider Rouvoet hebben gesiert als ze het lokale bestuur van de CU had teruggefloten. Homo’s en lesbo’s moeten niet ‘op zoek’ hoeven te gaan naar draagvlak; dat moet vanzelfsprekend zijn. Zeker bij een partij die in de nationale regering zit’.
Anouchka van Miltenburg – VVD
: ‘Ik vind dit een grote persoonlijke tragedie. Ik kan me niet voorstellen dat dit in mijn partij zou gebeuren’.
Corien Jonker – CDA
zegt ‘blij’ te zijn dat ‘dit soort afwegingen bij ons geen rol spelen’.
Zie de verklaring op de site van ChristenUnie Wageningen.
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.