‘Het is de bedoeling dat tijdens het overleg van woensdag ook zal worden ingegaan op de reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op de Visienota van de door de VGS ingestelde stuurgroep homoseksualiteit’, staat in de brief.
De VGS, dat de belangen behartigt van onder andere (een deel van) het reformatorisch onderwijs, constateert in de brief ‘dat de ruimte voor reformatorisch onderwijs, onderwijs naar Gods Woord, onder steeds grotere druk komt te staan’.
Het verontrust de VGS dat er ‘langzamerhand politiek draagvlak ontstaat voor het mede tot norm verheffen van het maatschappelijke denken’. Volgens de VGS leidt dat tot ‘inperkingen van de grondwettelijke vrijheden’ en als die tendens zich voortzet, zullen ‘gelijkheidsdenken en het antidiscriminatiebeginsel bepalend worden voor alle onderwijsvormen’.
‘De ruimte voor een eigen invulling van de onderwijsinhoud (met onder andere het onverkort vasthouden aan de scheppingsleer), van het personeelsbeleid en van het toelatingsbeleid komt daarmee onder grote druk te staan’, schrijft de VGS.
Als concrete voorbeelden noemt de VGS de poging van het Onderwijsministerie om via de ‘kerndoelen’ direct invloed uit te oefenen op de inhoud van het onderwijs, de discussie over de rol van de school bij seksuele opvoeding en vorming en de inmenging in de inhoud en vormgeving van ‘actief burgerschap en sociale integratie’. Dat doet volgens de VGS ‘afbreuk’ aan ‘verworven vrijheden, zoals die onderwijs en godsdienst’.
Vandaar dat de VGS schoolbesturen, directies en kerkenraden oproept tot ‘aandacht én gebed’ om deze ontwikkelingen te keren. ‘We dienen daarbij eensgezind te zijn en elkaar te ondersteunen’.
Dat lijkt vooral nodig, omdat de VGS ook bezorgd is ‘over wat zich bínnen de kring van de kerken en het reformatorisch onderwijs afspeelt’. De VGS constateert ‘verschuiving in opvattingen’ over ‘het Schriftgezag’. Over ’tal van onderwerpen’ – en dan gaat het natuurlijk om de positie van vrouwen en holebi’s in eigen kring – constateert de VGS ‘een interne strijd, discussies over bijzaken en een vervreemding van elkaar’.
‘Deze interne aangelegenheden verzwakken de positie van het reformatorisch onderwijs, maar ook die van de gereformeerde gezindte in haar geheel’.
[Bron: VGS}
Zie hier de VGS-brief.