In het Amerikaanse tijdschrift National Catholic Reporter (NCR) staat journalist Ralph Cipriano deze week uitgebreid stil bij het rapport van de Grand Jury, waaraan drie jaar gewerkt is.
Beerput
Daarin wordt uit duizenden door het aartsbisdom jarenlang geheim gehouden documenten verslag gedaan van de overstelpende hoeveelheid bewijzen van seksueel misbruik door priesters waar de kardinalen weet van hadden en hun verantwoordelijkheid voor het intimideren van de slachtoffers, het inschakelen van advocatenkantoren om de reputatie van de kerk te beschermen, het doodzwijgen of manipuleren van de feiten tegenover parochianen en politie en daarmee van het belemmeren van de rechtsgang, waardoor de misdaden nu verjaard zijn.
De kardinalen en hun medestanders bij het aartsbisdom worden letterlijk ‘gevoelloos en berekenend’ genoemd en beschuldigd van het ‘verdraaien van wettelijke verplichtingen waardoor de rechtsgang bewust tientallen jaren belemmerd is’.
Dit onderzoeksrapport opent de beerput in Philadelphia, maar is ook reden voor soortgelijk diepgravend onderzoek in andere bisdommen, omdat bij het overplaatsen van priesters die beschuldigd werden van seksueel misbruik ook andere bisdommen betrokken waren die aantoonbaar van deze feiten op de hoogte waren.
Begraven en verhullen
De beide aartsbisschoppen van Philadelphia zouden er voor gezorgd hebben dat 63 priesters, die samen honderden kinderen seksueel hebben misbruikt, iedere vorm van vervolging ontliepen en steeds opnieuw werden overgeplaatst naar andere kerkelijke functies.
Volgens het 418 pagina’s tellende rapport dat op 21 september jl. verscheen, hebben de gepensioneerde kardinaal Anthony Bevilacqua en de inmiddels overleden kardinaal John Krol ‘het misbruik door de vingers gezien en mogelijk gemaakt’ door ‘de berichten en verslagen die zij ontvingen te begraven en het gedrag te verhullen’.
Onder leiding van kardinaal Bevilacqua werd bewust een beleid gevoerd gericht op geheimhouding, dat zowel de parochianen als de politie onwetend moest houden. ‘Het geven van valse informatie aan parochianen is aantoonbaar door de kardinaal aangemoedigd’, zo concluderen de onderzoekers.
Ongezoute kritiek op ‘ongepaste aanraking’
De Grand Jury in Philadelphia maakt volgens de NCR gebruik van ongezouten taalgebruik om het seksueel misbruik dat tijdens het onderzoek aan het licht kwam te beschrijven.
‘We hebben het hier over verkrachting’, zo stelt het rapport. ‘Jongens die oraal werden verkracht, jongens die anaal werden verkracht en meisjes die vaginaal werden verkracht’. De Grand Jury heeft in de meer dan 45.000 pagina’s aan documenten uit geheime archieven van het aartsbisdom verslagen van de misbruikgevallen gevonden, waarin volgens het rapport slechts ‘fijnzinnige eufemismen’ werden gebruikt als ‘ongepaste aanraking’.
Bewijs
‘Het misbruik, de verkrachtingen en het levenslange gevoel van schaamte en vertwijfeling bij de slachtoffers werd mede veroorzaakt door welbewuste beslissingen, zorgvuldig afgewogen beleidslijnen en gecalculeerde onverschilligheid van de kardinalen’, stelt het rapport.
‘Het bewijs is nu geleverd dat de hoogste leiding van het aartsbisdom op de hoogte was van veelvuldig en jarenlang seksueel misbruik van kinderen door talloze priesters, maar er bewust voor gekozen heeft geen betekenisvol onderzoek daarna te doen. Daarmee heeft de kerkleiding willens en wetens nagelaten het seksuele misbruik een halt toe te roepen.
Jeffrey R. Anderson, een advocaat uit St. Paul (Minnesota), die landelijk de zaken van meer dan 1.000 slachtoffers van seksueel misbruik door priesters behartigt, noemt het rapport een ‘waterscheiding’ nu de grote en welbewuste betrokkenheid van de kerkleiding door een systematisch onderzoek in één van de vele bisdommen is blootgelegd. ‘Een corrupte clericale cultuur heeft iets gedaan, dat nooit eerder in deze omvang en over zo’n lange periode gebeurd is’.
Reputatie van de Kerk
Voor jongeren seksueel gevaarlijke priesters werden gehandhaafd, naar andere parochies overgeplaatst om hun gedrag te maskeren en uiteindelijk met eervolle vermeldingen gepensioneerd. In een voor de kerkleiding op dit punt pijnlijk nauwgezet rapport worden al de gevallen die zijn opgediept in detail beschreven.
In plaats van de jongeren te beschermen tegen seksueel misbruik, hebben de kardinalen er bewust voor gekozen zichzelf en de kerk ten koste van alles te beschermen tegen reputatieschade vanwege seksschandalen en de hoge morele en financiële aansprakelijkheid voor het gepleegde seksuele misbruik. In plaats van de misbruikte kinderen bij te staan en de priesters die misbruik pleegden te ontslaan en voor het gerecht te brengen, werden al snel nadat het aantal incidenten steeds meer toenam vooral advocatenkantoren ingeschakeld om de feiten af te dekken en de slachtoffers te intimideren’, zo wordt in het rapport vastgesteld.
‘Zolang een priester tegenover de kerkleiding geen volledige bekentenis over de beschuldigingen van seksueel misbruik aflegde, werd er vanuit gegaan dat de beschuldigingen onjuist of op zijn minst juridisch niet vervolgbaar waren’. Enig onderzoek had in de meeste gevallen kunnen aantonen dat de ontkenningen van de priesters niet klopten en dat optreden van de kerkleiding geboden was om jongeren tegen seksueel misbruik te beschermen.
Belangrijke conclusie in het rapport is echter dat de kerkleiding bewust heeft afgezien van gedegen onderzoek naar de beschuldigingen van seksueel misbruik, ook in gevallen waar daar alle aanleiding toe bestond.
Slot en grendel
De kerkelijke verslagen, die lang achter slot en grendel zijn bewaard in een kamer binnen het aartsbisschoppelijke hoofdkwartier, bevatten beschuldigingen betreffende ‘talloze seksueel verdorven daden tegen kinderen’.
De maar liefst 45.000 pagina’s dossiers die zolang onder het purperen tapijt verborgen werden gehouden, werden pas overhandigd aan officier van justitie Lynne Abraham nadat vele dagvaardingen waren uitgegaan richting een aantal hoge functionarissen van het bisdom. De Grand Jury heeft op basis van de verslagen besloten om de daden van 63 priesters diepgravend te onderzoeken.
Kwaadaardig schotschrift
Het aartsbisdom zelf kwam met een formeel antwoord op het rapport via het advocatenkantoor Stradley Ronan Stevens & Young. In een 69-pagina’s lange reactie liet men weten dat het rapport niet meer is dan ‘een kwaadaardig schotschrift’ dat riekt naar ‘publieke veroordeling van de Rooms-Katholieke Kerk en zijn leiding gebaseerd op een bevooroordeelde en onjuiste voorstelling van zaken’.
Het aartsbisdom beschuldigt de Grand Jury ‘hoewel zelf in meerderheid katholiek’ van een vooringenomen houding tijdens het onderzoek.
Vooral de ‘hardhandige behandeling’ van de inmiddels hoogbejaarde
kardinaal Bevilacqua
moet het daarbij ontgelden.
De Grand Jury heeft in het rapport laten weten dat ‘velen van ons katholiek zijn en groot respect hebben voor het katholieke geloof en voor de goede werken van de kerk. Maar de morele beginselen waarop dat alles gebaseerd is én de regels van het burgerlijk wetboek waaraan wij gehouden zijn te werken, hebben ons in de eerste plaats verplicht om de waarheid naar voren te brengen’.
Geen vervolging meer mogelijk
Wegens de regels die in misbruikzaken gelden voor verjaring, zal waarschijnlijk geen van de betrokkenen berecht kunnen worden.
En het bisdom zelf kan vanwege zijn juridische organisatievorm niet gedagvaard worden voor bij voorbeeld de belemmering van de rechtsgang, het in gevaar brengen van het welzijn van kinderen of het intimideren van getuigen en slachtoffers.
Justitie in Philadephia pleit om die reden nu voor wetswijzigingen, om in toekomstige gevallen wel tot vervolging over te kunnen gaan.
Zondvloed
De Grand Jury stelt dat haar bevindingen door sommigen geïnterpreteerd zullen worden als een tragedie die vergelijkbaar is met een verpletterende zondvloed. ‘Maar vloedgolven ontrekken zich aan de invloed van mensen. Wat wij hebben ontdekt waren geen daden van God, maar van mannen die in zijn naam optraden en deze bezoedelden’.
Publieke leugen
Kardinaal Bevilacqua verklaarde nog in april 2002 publiekelijk dat geen enkele priester tegen wie beschuldigingen waren geuit, nog actief was in het ambt.
Uit het onderzoek blijkt dat hier in verschillende gevallen wel degelijk sprake van was. In een aantal gevallen heeft de kardinaal ook publiekelijk en tegenover onderzoeksrechters verklaard geen weet te hebben van beschuldigingen van seksueel misbruik van priesters die door hem overgeplaatst werden naar andere bisdommen, terwijl uit de geheime stukken nu blijkt dat hij daar wel van op de hoogte was – en de bisschop die deze priester overnam in de meeste gevallen ook.
Pedofilie
In 1985 heeft kardinaal Bevilacqua het ‘Doyle-Moulton-Peterson’-handboek gekregen en daarover ook met onderzoeker pater Thomas Doyle gesproken. Het rapport bevat medische artikelen over seksuele afwijkingen, waaronder nadrukkelijk ook pedofilie, en de juiste juridische en pastorale omgang daarmee.
Pater Doyle heeft tegenover de Grand Jury verklaard dat de bedoeling van het rapport was de kerkleiding te waarschuwen voor en alert te maken op de problemen rond pedofilie en hen advies te geven hoe om te gaan met deze kwestie en de betrokken priesters.
‘Kardinaal Bevilacqua heeft deze kennis over pedofilie echter niet gebruikt om jongeren te beschermen, maar om zijn bisdom te beschermen tegen aansprakelijkheid voor kindermisbruik’, constateren de onderzoekers.
‘Centraal stond in zijn beleid om publiekelijk ‘zero tolerance’ te preken over pedofiele priesters, maar binnenskamers een loopje te nemen met een verantwoordelijke evaluatie en therapie om te voorkomen dat priesters als pedofiel gediagnosticeerd en behandeld zouden moeten worden.
Zolang een priester op deze manier niet als pedofiel aangemerkt werd, kon hij overgeplaatst worden en zijn pastorale werk voortzetten. En dat terwijl de kardinaal volledig op de hoogte was van het misbruik dat had plaatsgevonden’, zo stellen de onderzoekers.
Terwijl de kardinaal wist dat het onderzoek naar pedofilie volstrekt ontoereikend was – men ging vaak niet verder dan de priester te vragen of hij zelf dacht pedofiel te zijn – gebruikte hij de resultaten daarvan echter wel tegenover onderzoeksrechters om zijn beleid te verantwoorden, zo wordt uit het rapport duidelijk.
Verdraaide interpretatie van de wet
Toen de kardinaal voor de Grand Jury moest getuigen, werd hem herhaaldelijk gevraagd waarom hij en zijn medewerkers de misdrijven nooit aan justitie gemeld hadden.
‘Zijn antwoord was dan eenvoudigweg dat de wet van Pennsylvania dat niet van hem verlangde’, aldus het rapport. ‘Dat antwoord is onacceptabel en bovendien het resultaat van een verdraaide en eenzijdige interpretatie van een wet die juist specifiek gemaakt is om instellingen en hun leiding te verplichten tot het melden van seksueel misbruik van kinderen’.
Gevoelloos en berekenend
De Grand Jury concludeert dan ook dat het gedrag van de aartsbisschoppen en de bisdommedewerkers die de misdrijven veronachtzaamden, wellicht ‘niet zo huiveringwekkend’ was als dat van de priesters, ‘maar de gevoelloze en berekenende opstelling van het aartsbisdom inzake het misbruik, was op zijn minst zo immoreel als het misbruik zelf’.
Los Angeles
Inmiddels heeft ook Los Angeles, het grootste Amerikaanse aartsbisdom, na drie jaar hevig juridisch touwtrekken geheime personeelsgegevens afgestaan aan justitie. Daaruit blijkt dat, net als in Philadelphia, ook in dit bisdom het probleem van seksueel misbruik van jongeren door priesters niet serieus is aangepakt. In dit bisdom zou het om gaan om 126 priesters die van misbruik verdacht werden. In vrijwel alle gevallen stapte de leiding van het bisdom niet naar de politie met die gegevens, maar werden de priesters overgeplaats naar andere parochies.
[Bronnen: National Catholic Report, RKnieuws.net & Katholiek Nederland]
Zie verder ook:
Strengere Kuisheidsregels Homopriesters
Bodar: ‘Homoseksueel blijft welkom op seminarie’