Het onderzoek is gedaan door het kenniscentrum seksuele diversiteit in het onderwijs Empowerment. Er is met name gevraagd naar tien criteria waarvan bekend is dat ze bijdragen aan een homovriendelijke sfeer op school. Het onderzoek richtte zich op locatiedirecteuren en zorgcoördinatoren.
Geconcludeert wordt dat schooldirecteuren en zorgcoördinatoren moeten worden gestimuleerd en ondersteund om hun aanpak handen en voeten te geven.
De meeste schoolleiders zeggen homodiscriminatie te willen tegengaan en daarop een visie te hebben. Tegelijkertijd geven zij daaraan veel minder uitvoering, vooral niet als men homoseksualiteit expliciet zou moeten benoemen.
Schoolleiders gaan er vaak vanuit dat positieve aandacht voor homoseksualiteit door het personeel ‘vanzelf’ gaat omdat het door hen gezien wordt als integraal onderdeel van algemeen veiligheidsbeleid.
Op het draagvlak voor een homospecifieke aanpak binnen de school en op de openlijkheid van leerlingen en docenten hebben schoolleiders echter nauwelijks zicht.
Hoewel uit het onderzoek dus blijkt dat schoolleiders weinig zicht hebben op de werkvloer en de situatie van homo’s, lesbiennes en biseksuelen, hebben ze op dit moment ook weinig behoefte aan advies en vinden ze specifieke aandacht vaak niet nodig.
Empowerment pleit daarom voor een sensitieve benadering en vergroting van het draagvlak op scholen, zoals die ook al plaatsvindt in steden zoals Nijmegen en Amsterdam.
Ook pleit Empowerment voor het onderzoeken welke vormen van belonen, corrigeren en voorlichting op scholen het beste werkt, omdat van het huidige aanbod niet duidelijk is wat effectief is om beter gedrag van jongeren te bevorderen.