Bijna iedere Nederlander is op de hoogte van het feit dat iemand met hiv de hand schudden geen risico met zich meebrengt. Bijna tweederde van de Nederlanders vindt dat een groepsleid(st)er die hiv-positief is, verplicht is de ouders van deze kinderen hiervan op de hoogte te stellen.
Bijna een op de zes Nederlanders denkt dat contactsporten waarbij veel gezweet wordt, risico op hiv-infectie met zich meebrengt. Twee op de vijf Nederlanders denken dat tongzoenen met iemand die hiv heeft, gevaarlijk is.
Ruim een kwart van de Nederlanders eet liever niet in een restaurant waarvan een van de koks hiv-positief is. Drie kwart van de Nederlanders zou een collega met hiv niet anders benaderen in het dagelijks contact dan een collega die geen hiv heeft. Voor een op de zeven Nederlanders is dit echter niet het geval.
Een overgrote meerderheid van de Nederlanders denkt dat er in Nederland vooroordelen heersen over mensen die hiv-positief zijn. Echter, slechts een minderheid lijkt zelf vooroordelen te hebben. Hierin zit een vreemde discrepantie. Vooral omdat uit het onderzoek van vorig jaar onder hiv-positieven gebleken is dat zonder uitzondering alle deelnemers ooit negatieve reacties hebben ervaren.
Aan het TNS NIPO-onderzoek Hiv en stigmatisering in Nederland in opdracht van het Aids Fonds deden 1024 respondenten uit alle lagen van de bevolking mee.
Vandaag begint de campagne ‘Sluit hiv uit, niet de mensen met hiv’, die aandacht vraagt voor de stigmatisering van mensen met hiv.