Het Europees Agentschap voor Fundamentele Rechten heeft in een deze week verschenen rapport over homofobie ondermeer aanbevolen om de discriminatie van homoparen in de Europese Unie krachtiger aan te pakken.
‘Het Agentschap heeft aanbevolen dat paren van gelijk geslacht dezelfde rechten moeten genieten als heteroparen, ook als het huwelijk of geregistreerd partnerschap voor paren van gelijk geslacht niet is opengesteld is. Dat waarborgt in de hele EU gelijke behandeling bij bijvoorbeeld pensioenrechten, sociale zekerheid of het erfrecht. Dat bevordert daarmee ook een vrij verkeer van burgers, zonder dat een bepaalde EU-lidstaat formeel het ‘homohuwelijk’ moet erkennen’, zegt
Björn van Roozendaal
.
‘Dat de Europese Commissie deze aanbeveling niet heeft overgenomen is een gemiste kans. We pleiten er daarom bij de Nederlandse regering voor om zich in te zetten om de EU-richtlijn op dit punt aan te vullen’.
Politieke tactiek
Het opnemen van seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond in de nieuwe EU-richtlijn is lang onzeker geweest. De Europese Commissie leek daar aanvankelijk vanaf te willen zien, omdat een aantal EU-landen daar hun veto over zouden uitspreken. Mede door een lobby van de Europese homobeweging en de inzet van het Europees Parlement is de Europese Commissie alsnog met een EU-richtlijn gekomen inclusief seksuele gerichtheid.
‘Dat is een belangrijke doorbraak. Nu is het zaak alles in het werk te stellen om deze EU-richtlijn aangenomen te laten worden door de Europese Raad’, zegt Van Roozendaal.
‘Dat wet- en regelgeving voor onderwijsinstellingen op godsdienstige grondslag aan de EU-lidstaten wordt overgelaten, zien we vooral als een knap staaltje politieke tactiek van de Europese Commissie – want daarmee is de angel voor de meeste tegenstanders tegen een brede richtlijn inclusief seksuele gerichtheid feitelijk weggenomen. Als deze uitzondering de manier is om deze EU-richtlijn aangenomen te krijgen die op zoveel andere terreinen meer gelijkberechtiging biedt voor holebi’s in de hele EU, dan moet dat maar’.