Terug naar overzicht
Aanleiding is het besluit van minister Hirsch Ballin van Justitie om een commissie te laten onderzoeken of lesbische stellen eenvoudiger ouder kunnen worden van het kind dat binnen hun relatie is geboren.
De CDA-minister heeft de Kamer gevraagd de behandeling van de adoptiewet, gepland voor half juni, aan te houden in afwachting van de conclusies van dat onderzoek. Een Kamermeerderheid voelt daar echter niets voor en COC Nederland vindt uitstel onacceptabel en verder onderzoek onnodig.
D66
wil via het spoeddebat bereiken dat de commissie niet aan het werk gaat, want sinds 1996 zijn er al verschillende onderzoeken gedaan naar interlandelijke adoptie door homo- en lesboparen.
‘De conclusies waren elke keer: het gaat bij adoptie om de kwaliteit van de ouders, niet om seksuele voorkeur. Het instellen van weer een commissie kan alleen maar gezien worden als een middel om adoptiemogelijkheden van homoparen tegen te houden’, zegt D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold. ‘Het gaat om gelijke rechten voor hetero’s en homo’s. Er is een Kamermeerderheid voor de adoptiewet, dus de invoering daarvan mag niet langer uitgesteld worden. We hebben lang genoeg gewacht’.
Ook GroenLinks, de PvdA en de VVD zijn tegen uitstel van de behandeling van de adoptiewet.
GroenLinks
-fractievoorzitter Femke Halsema ziet in het instellen van een commissie een doorzichtige vertragingstactiek omdat er ‘politieke meningsverschillen’ in het kabinet zijn over deze kwestie. ‘Mogelijk is er zelfs sprake van gewetensbezwaarde bewindslieden, die moeite hebben met homo-adoptie’, zegt Halsema. Zij wijst er op dat dit een ‘vrije kwestie’ is, omdat hierover geen afspraken in het coalitieakkoord gemaakt zijn die dwingen tot uitstel.
CDA-Kamerlid Marleen de Pater
, voorzitter van de Kamercommissie Justitie die deze kwestie behandeld, is voorstander van het snel regelen van interlandelijke adoptie door homo- en lesboparen. Daarvoor hoeft de behandeling van het wetsvoorstel wat haar betreft niet uitgesteld te worden. Maar De Pater koppelt dat los van het deel van de wet dat over de positie van de lesbische meemoeder gaat. Namens het CDA – en in lijn met haar partijgenoot Hirsch Ballin – beklemtoont De Pater dat in dit onderzoek ‘het belang van het kind’ voorop staat. Wetgeving om de juridische positie van de lesbische meemoeder goed te regelen, komt daarmee op losse schroeven te staan en dreigt helemaal opnieuw te moeten beginnen op basis van de aanbevelingen van het werk van een commissie.
Ook de
PvdA
kan zich voorstellen dat zo’n commissie nodig is voor het uitzoeken van ingewikkelde wetgeving, vooral als het gaat om de positie van de lesbische meemoeder. Maar ook dat mag volgens PvdA-er Aleid Wolfsen niet tot uitstel van de behandeling van de adoptiewet leiden. ‘Desnoods moet de commissie in recordtijd werken’, zegt Wolfsen. ‘Het wetsvoorstel moet in elk geval nog voor het zomerreces behandeld worden, dat is duidelijk’.
VVD
-er Fred Teeven denkt in dezelfde richting. Wat hem betreft mag het werk van de commissie hooguit enkele weken vertraging opleveren. De VVD wil het wetsvoorstel in elk geval nog voor het zomerreces behandelen.
Het wetsvoorstel over adoptie bevat voorstellen om de juridische positie van de lesbische meemoeder te verbeteren en maakt interlandelijke adoptie door homo- en lesboparen mogelijk.
Op dit moment kunnen enkel alleenstaande homo’s en lesbo’s een kind uit het buitenland adopteren. De lesbische meemoeder kan nu alleen door adoptie volledig ouder van het kind worden – het ouderlijk gezag kan eenvoudiger verkregen worden, maar garandeert het ouderschap van de lesbische meemoeder niet. Dat is anders dan bij heteroparen waarbij de man het kind gewoon kan erkennen, ook al is hij niet de echte vader. Enkele maanden geleden nam de Tweede Kamer een voorstel van D66-fractievoorzitter Pechtold aan om het lesbisch ouderschap goed te regelen.
Zie voor meer informatie:
Kamer moet adoptiewet voor de zomer behandelen
Commissie onderzoek ouderschap lesbische paren
Verdonk laat lesbisch meemoederschap aan nieuw kabinet over