Terug naar overzicht

CU-voorzitter: 'Homo/lesbisch gezin niet normaal’

CU-voorzitter Blokhuis maakte zijn opmerkingen zaterdagmiddag op Radio 1 in het programma Tros Kamerbreed in een debat met zijn collega-partijvoorzitters Peter van Heeswijk (CDA) en Liliane Ploumen (PvdA) over één jaar kabinet-Balkenende 4.

‘Die sputterden nadat Blokhuis zijn opmerkingen gemaakt had wel wat tegen, maar dat Ploumen zich niet feller tegen deze traditionele visie verzet heeft mag opvallend en weinig bemoedigend genoemd worden’, zegt Frank van Dalen, voorzitter van COC Nederland.

CU-voorzitter Blokhuis wil dat het kabinet de komende periode meer aandacht voor het gezin heeft. Een gezin waarin een ouderpaar homoseksueel is en kinderen geadopteerd zijn is volgens Blokhuis niet normaal: ‘Het schuiven met kinderen vanuit de natuurlijke situatie duidt er al op dat dit niet het meest normale is’, aldus Blokhuis. Blokhuis noemde een gezin waarin adoptie- of pleegkinderen opgroeien ‘second best’.

Deze traditionele visie op het gezin van de CU-voorzitter is op zich niet verbazingwekkend, maar politiek wel pikant. CU-partijleider André Rouvoet is immers minister voor Jeugd en Gezin in het kabinet en presenteert dit voorjaar zijn Gezinsnota.

Vorige kabinetten definieerde het gezin neutraal als ‘leefeenheden van een of meer volwassenen, die zorgdragen voor de opvoeding van een of meer kinderen’. Cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maken bovendien duidelijk dat tegenwoordig tweeverdienersgezinnen in de meerderheid zijn.

Maar in reformatorische en orthodox-katholieke kring wordt al sinds

André Rouvoet

minister is, verwacht dat één van zijn eerste daden het geven van een ‘heldere definitie’ van een gezin zal zijn. Een definitie die minder ruim is, het belang van het traditionle kostwinnersgezin beklemtoont en waarmee homoparen uitgesloten kunnen worden.

Een definitie waar het gezin waarin ‘essentiële waarden en normen worden voorgeleefd en overgedragen’ wordt verbonden met de ‘gedeelde waarden en normen’ die het kabinet wil uitdragen ter bevordering van sociale samenhang – en dat kunnen uiteraard enkel bijbelse waarden en normen zijn. Als Rouvoet daar niet mee komt, dan is zijn ministerschap volgens critici in zijn eigen achterban niet meer dan een ‘zoethoudertje’.

‘Zover zal Rouvoet officieel zeker niet gaan, maar de woorden van Blokhuis wijzen hem wel een uitweg. Door wel een ruime definitie van gezin te geven, maar in de uitwerking van het beleid met impliciete bewoordingen en verwijzingen duidelijk te maken wat als ‘ideaal’ moet worden beschouwd voor het welzijn van het kind’, verondersteld Van Dalen. ‘Daarmee wordt een behoudende achterban wel gerustgesteld, maar het beleid krijgt daarmee geen stevige fundering in de praktijk en veel gezinnen, waaronder homo- en lesboparen, wordt ronduit onrecht gedaan’.

De lakmoesproef voor dit ‘gezinsdenken’ ligt overigens al op het bordje van de CU-minister voor Jeugd en Gezin, want Rouvoet is ook betrokken bij het formuleren van een kabinetsstandpunt over het versterken van de juridische positie van de zogenaamde ‘lesbische meemoeder’. Aanleiding daarvoor is het vorig jaar uitgebrachte advies van de commissie-Kalsbeek. Naar verwachting komt het kabinet nog voor de zomer met een standpunt daarover.

Zie verder ons dossier ChristenUnie.