De Commissie Representatie ChristenUnie (‘commissie Cnossen’) heeft vorige week haar advies uitgebracht aan het landelijk bestuur van de ChristenUnie.
Sleutelpassage – geloofwaardigheidsconflict
De commissie Cnossen is van oordeel dat het doorslaggevende criterium voor het beoordelen van kandidaten voor partijfuncties het ‘geloofwaardig’ kunnen uitdragen van de bijbels gefundeerde partijstandpunten is. Als basis voor geloofwaardigheid noemt het rapport ‘authenticiteit’.
‘Mensen zijn authentiek wanneer ze in de praktijk van het leven staan voor wat ze geloven en zeggen: mensen uit één stuk’, zegt commissievoorzitter Cnossen.
De commissie gaat daarom ook uitgebreid in op de bijbelse visie van de ChristenUnie op huwelijk en seksualiteit.
Geconstateert wordt dat er in de ChristenUnie ook leden zijn die daar ‘een andere opvatting’ over hebben. ‘Zij kiezen bijvoorbeeld zelf voor een homoseksuele relatie in liefde en trouw of keuren een dergelijke relatie goed’. De commissie stelt dat daar een ‘geloofwaardigheidsconflict’ ontstaat, wanneer ‘een visie moet worden verwoord die men zelf niet deelt, zoals blijkt uit een gekozen levenswijze’.
In de visie van de commissie zijn deze partijleden wel ‘mensen uit één stuk’, maar kunnen zij in partijfuncties niet ‘vanuit een onverdeeld hart’ spreken en handelen.
‘Dat is de sleutelpassage’, stelt COC-voorzitter
Frank van Dalen
. ‘Ergens achterin het rapport op pagina 16 komt de aap uit de mouw – voor de goede verstaander is het dan wel duidelijk dat daar in feite gesteld wordt dat partijleden met een homoseksuele relatie niet ‘geloofwaardig’ partijfuncties kunnen uitoefenen en dus uitgesloten mogen worden van partijfuncties’.
Van Dalen merkt op dat het toch wel tekenend is en getuigd van politiek opportunisme dat de partij daar niet ronduit voor uit durft te komen, maar het aan selectiecommissies in tal van achterkamertjes in heel het land overlaat om dat oordeel te vellen.
‘Bovendien stelt de commissie dat ook partijleden die homorelaties goedkeuren niet geloofwaardig zouden zijn. Wat betekent dat eigenlijk voor de positie van staatssecretaris Tineke Huizinga en voormalig CU-partijleider Kars Veling? Zij hebben immers laten weten het geen probleem te vinden als openlijk homoseksuelen met een relatie partijfuncties vervullen?’, vraagt Van Dalen zich af.
Gedrag wel relevant
Voor het selecteren van partijfunctionarissen die ‘mensen uit één stuk’ zijn en die ‘uit één onverdeeld hart spreken’ is het volgens de commissie niet nodig een gedragscode met een lijst op te stellen van levenswijzen of gedragingen die uitsluiten dat iemand de ChristenUnie kan vertegenwoordigen – ook niet als het gaat om het hebben van een homoseksuele relatie.
Dat betekent dat het voorstel van het Amsterdamse CU-deelraadslid Yvette Lont om ‘praktiserende homoseksuelen’ uit te sluiten van partijfuncties niet expliciet wordt overgenomen.
De commissie Cnossen stelt echter dat een partij zich wel een oordeel mag vormen over het gedrag van haar vertegenwoordigers, omdat en voor zover dat relevant is voor het uitdragen van haar politieke overtuiging. Ieder partij doet dat, stelt de commissie vast. In persoonlijke en vertrouwelijke gesprekken moeten selectiecommissie daar navraag over doen, stelt de commissie voor.
Het Nederlands Dagblad komt tot het oordeel dat de commissie de partij van een lastig dilemma tracht te bevrijden: onder druk van de homolobby de geloofwaardigheid als christelijke partij overeind houden, zonder te vervallen in een in de praktijk onhanteerbaar lijstje van verbodsbepalingen. Een lijstje dat de partij snel voor de rechter zou kunnen brengen vanwege de aanklacht van discriminatie. De commmissie heeft zich daarover ook juridisch advies ingewonnen, zo laat Cnossen weten in een interview met deze krant.
Regiobijeenkomsten – discussie nog niet voorbij
Cnossen is niet beducht dat het COC zal concluderen, dat homo’s met een relatie de ChristenUnie in de praktijk niet zullen kunnen vertegenwoordigen? ‘Zo hebben wij het niet opgeschreven en zo is de tekst ook niet bedoeld’, zegt de commissievoorzitter. ‘Wij laten het open, we kleuren niets in. Principieel uitgangspunt is het selectiegesprek’.
Dat heeft partijleider André Rouvoet afgelopen vrijdag ook binnen het kabinet uitgelegd, zo weet partijvoorzitter Peter Blokhuis. ‘Hij heeft premier Balkenende en vicepremier Bos geïnformeerd. Dat lijkt me correct en het kan ook helpen richting gevoelige mensen binnen bijvoorbeeld PvdA of D66’.
Volgens Cnossen is de discussie over de plaats van homo’s binnen de ChristenUnie nog niet voorbij. ‘Maar het is nu wel mogelijk het gesprek daarover zorgvuldiger te voeren dan eerder is gebeurd, omdat er nu een stelsel van overwegingen op papier staat’.
Hij denkt dat de partij, die vorig najaar naar zijn zeggen schade opliep, uiteindelijk sterker uit de discussie zal komen. ‘Maar het rapport vergt wel uitleg. Het kost enige tijd het je eigen te maken’.
Partijvoorzitter Blokhuis denkt er net zo over. Hij is de commissie dankbaar voor het representatierapport: ‘Het wijst een andere weg van denken. Dat is het waardevolle aan het stuk’.
In de aanloop naar het Uniecongres halverwege volgende maand, trekt het partijbestuur volgende week het land in om op zes ‘regioavonden’ uitleg te geven over het rapport-Cnossen. Die bijeenkomsten zijn uitsluitend voor leden van de ChristenUnie toegankelijk, zegt Blokhuis.
Disidenten
Het bestuur heeft inmiddels besloten de conclusies van de commissie in hun samenhang over te nemen. Dat betekent dat de Gedragscode voor ChristenUnie-politici met een kleine aanpassing aan het Uniecongres van 14 juni a.s. ter vaststelling voorgelegd zal worden. Het feit dat ChristenUnie-politici zich in heel hun doen en laten willen laten leiden door de Bijbel en daarop aanspreekbaar zijn, komt voorop te staan.
Meindert Leerling, één van de negen leden van de Commissie Cnossen, steunt het commissiestandpunt niet. Hij vindt dat de partij bepaalde gedragingen of levenswijzen expliciet in haar gedragscode moet afwijzen, waaronder het samenleven in een andere relatie dan het wettig huwelijk tussen man en vrouw. Ook wil hij uitsluiten dat rooms-katholieken de partij kunnen vertegenwoordigen.
Ook minstens één lid van het partijbestuur deelt zijn opvatting, maar partijvoorzitter Peter Blokhuis heeft niet bekend willen maken wie dat is.
De commissie-Cnossen bestond naast de voorzitter uit de leden Ad de Boer, Gijsbert van den Brink, Rogier Havelaar, Alie Hoek-van Kooten, Tjitske Kuiper-de Haan, Flora Lagerwerf-Vergunst, Meindert Leerling en Herman van Wijngaarden, de enige homo in de commissie.
Dowload hier het Rapport Representatie van de Commissie Cnossen en andere bijkomende stukken.
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.