ContrariO had, mede na overleg met CU-fractievoorzitter Arie Slob en op basis van gesprekken tijdens het Uniecongres, de indruk dat de partij iemand die zij zouden voordragen zitting in de commissie zouden geven. In de wandelgangen werd al vaak de naam van Kees Goedegebuur genoemd. Maar het is dus Herman van Wijngaarden geworden – zie voor informatie over hem verderop in dit webbericht.
SAMENSTELLING van de COMMISSIE
:
JANCO CNOSSEN
– wethouder in het homovriendelijke Zwolle.
Werd door Yvette Lont onmiddellijk als voorzitter afgeserveerd omdat hij volgens haar mogelijk geen uitgesproken tegenstander van het toelaten van praktiserende homoseksuelen in partijfuncties is. Was secretaris van het GPV, de partij die samen met het RPF in 2002 opging in de ChristenUnie.
AD de BOER
– is nederlands-gereformeerd, voormalig EO-directeur en onlangs korte tijd waarnemend directeur Televisie Programmering bij de Publieke Omroep. Mede op zijn initiatief veranderde de EO in 2002 zijn opstelling over homoseksualiteit. Niet langer door enkel het zondige karakter en de oproep tot genezing uit te dragen, maar door te beklemtonen dat de EO ‘geen club van gelijkdenkenden’ is en daarmee als ‘platform voor gelovigen’ ruimte te bieden aan de verschillende opvattingen die er over homoseksualiteit leven in christelijke kring. Gevolg was dat naast de stichting Different, die homo’s wil ‘genezen’, ook ContrariO werd uitgenodigd met een stand op de EO-dagen – trouwens: ook de toenmalige COC-voorzitter Henk Beerten kreeg een uitnodiging én een persoonlijke rondleiding van De Boer. Het is een publiek geheim dat praktiserende homoseksuelen in tal van functies bij de EO werkzaam zijn. In 12 december 2003 schreef hij op zijn weblog de wijze waarop de tegenstanders van de kerkfusie (geleid tot oprichting van de PKN) met het ‘homohuwelijk’ in het geding brengen ‘kwalijk’ te vinden, want de inzegening ‘gebeurt nu ook al zonder dat iemand het blokkeert’. En ‘ergerlijk’ omdat ‘het toch weer de indruk wekt dat homo’s slechter zijn dan kerkmensen’. En dat terwijl er volgens De Boer ‘juist in de behoudende hoek van de kerk nog een wereld te winnen is in het zijn van een liefdevolle christelijke gemeenschap waarin ook homo’s een volwaardige plek hebben’.
GIJSBERT van den BRINK
– universitair docent Dogmatiek en bijzonder hoogleraar Gereformeerd Protestantisme aan de Universtiteit van Leiden. Onderzoeksgebied is ondermeer Christelijk geloof en het publieke domein. Lid van de Gereformeerde Bond (PKN). Is de broer van EO-presentator Tijs van den Brink.
ROGIER HAVELAAR
– voorzitter van CU-jongerenorganisatie PerspectieF. Student aan de Universiteit Tilburg. Drong bij Yvette Lont aan op intrekken van haar motie en stelde al in een vroeg stadium het instellen van een commissie voor. Constateerde een gebrek aan leiderschap in de partij door de verkrampte manier waarop de partijtop met de affaire-Lont is omgegaan en pleit er daarom voor dat André Rouvoet het partijleiderschap overdraagt aan Arie Slob. PerspectieF houdt in het politiek programma onverkort vast aan het huwelijk exclusief voor man en vrouw. Kinderen mogen uitsluitend door een echtpaar geadopteerd worden en trouwambtenaren hebben het recht om te weigeren een ‘homohuwelijk’ te sluiten.
ALIE HOEK-van KOOTEN
– arts en docente aan de Christelijke Hogeschool te Ede. Ze is in reformatorische kringen vooral bekend geworden door boeken als ‘Vuur en Vlam’ (2006), waarin ze op bijbelse grondslag ingaat op thema’s als verkering, tederheid, verliefdheid en echtbreuk. Van haar zijn geen publiekelijk uitspraken over homoseksualiteit, laat staan over de ‘homo-kwestie’ die nu in de ChristenUnie speelt bekend.
TJITSKE KUIPER-de HAAN
– sinds 1998 gemeenteraadslid in Barneveld, eerst voor de RPF en na de fusie met het GPV in 2002 voor de ChristenUnie. Inmiddels fractievoorzitter. Is diëtist van beroep – vermeld op haar website met nadruk dat dit een 4-jarige HBO-opleiding betreft – maar niet als zodanig werkzaam. ‘Als raadslid en als moeder van een gezin van vier kinderen in de leeftijd van 8 tot 19 jaar kan ik mijn tijd goed vullen’, schrijft ze daar zelf over. Is getrouwd met CU-senator Roel Kuiper, die algemeen als ideoloog van de partij aangemerkt wordt.
FLORA LAGERWERF-VERGUNST
– Eerste Kamerlid voor de ChristenUnie. Afkomstig uit de RPF. Sinds 2001 werkzaam bij de rechtbank van Rotterdam, momenteel als rechter familierecht. Was daarvoor onder anderen negen jaar lang (1995-2004) plaatsvervangend lid van de Commissie Gelijke Behandeling.
MEINDERT LEERLING
– was voor de RPF van 1981 tot 1994 fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Was daarvoor sportjournalist en werkzaam voor de EO. Lid van de Gereformeerde Bond binnen de PKN. Heeft meermaals contact met Yvette Lont gehad en haar afgeraden de omstreden motie tegen ‘praktiserende homoseksuelen’ in te dienen. Is voorstander van een meer ‘omzichtiger aanpak’ die echter wel tot een ‘helder standpunt’ moet leiden – over meer dan enkel homoseksualiteit. Kiest voor een ‘toetsingskader’waarmee bijvoorbeeld ook het partijlidmaatschap van katholieken beoordeeld kan worden – en dat zal niemand verbazen want de RPF werd juist opgericht nadat de ARP opging in het CDA, dus samenging met de katholieke KVP.
HERMAN van WIJNGAARDEN
– noemt zich bewust homoseksueel, maar wijst op grond van de bijbel een seksuele relatie met een andere man af. Pleit echter ook voor ‘lankmoedigheid’ als het gaat om het toepassen van de kerkelijke tucht tegen homoseksuelen die wel een relatie hebben.
Is staflid van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) en mede-opsteller van de pastorale handreiking voor de omgang met homoseksuele jongeren van de jeugdbond. Deze handreiking wil het gesprek met deze jongeren in de kerken op gang helpen brengen, maar maakt ook duidelijk waar de grens ligt door te stellen dat God de homoseksuele relatie verbiedt omdat die ingaat tegen zijn bedoelingen met seksualiteit. Volgens Van Wijngaarden biedt de bijbel nergens ruimte dat het ook anders kan.
Breed
Rond de zomer van 2008 hoopt de commissie antwoord te geven op twee vragen. Geeft de discussie die in de media en door leden van de ChristenUnie is gevoerd over de eisen die in brede zin aan politieke vertegenwoordigers van de ChristenUnie moeten worden gesteld, aanleiding om de tekst van de opgestelde gedragscode te herzien en zo ja, op welke wijze? Tweede vraag luidt: Op grond van welke argumenten mag de ChristenUnie oordelen over de levenswijze van politieke vertegenwoordigers en hoever mag de partij daarin gaan?
De voorzitter van de commissie, Janco Cnossen vindt het ‘verstandig’ dat de discussie breder wordt getrokken: ‘Het gevraagde advies aan het Landelijk Bestuur zal dus een bredere strekking hebben dan uitsluitend het onderwerp homoseksuele geaardheid en –levenswijze’.
‘Bij de samenstelling zoek je vooral naar mensen die verstandig en zorgvuldig met dit onderwerp kunnen omgaan’, benadrukt commissievoorzitter Cnossen. Hij heeft het Landelijk Bestuur gevraagd om ‘hoewel de publieke discussie werd verengd tot één thema, bij de selectie van commissieleden ook rekening te houden met specifieke kwaliteiten, zoals bijvoorbeeld personen met juridische know-how, politieke deskundigheid en ethici’.
In december hoopt de commissie een eerste bijeenkomst te kunnen houden.
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.