Terug naar overzicht
Generaal Peter Pace, voorzitter van de Amerikaanse legerstaf, vindt dat het ministerie van Defensie ‘immoreel gedrag niet moet vergoelijken’ door homoseksuele militairen openlijk te laten uitkomen voor hun seksuele geaardheid. Generaal Pace vindt homoseksualiteit net zo verwerpelijk als vreemdgaan, zo onderstreept hij in deze krant.
De bevelhebber maakt in het interview ook duidelijk dat hij wil vasthouden aan het beleid don’t ask, don’t tell van het Pentagon. Volgens deze inmiddels omstreden richtlijnen uit 1993 mogen homoseksuelen alleen in de krijgsmacht dienen als zij hun seksuele voorkeur verzwijgen en hun commandanten daar niet naar vragen.
COC Nederland heeft er in een brief aan
Defensieminister Eimert van Middelkoop
aangedrongen dat hij contact opneemt met zijn Amerikaanse ambtgenoot Gates om het misnoegen van de Nederlandse regering over de uitspraken van deze Amerikaanse generaal over te brengen.
Misnoegen dat wat het COC betreft gebaseerd is op de Nederlandse visie op homoseksualiteit in de krijgsmacht én op het feit dat Nederlandse militairen, waar onder ook homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, in Navo-verband en tijdens vredesmissie, zoals nu in Uruzgan, veelvuldig met Amerikaanse militairen eendrachtig geacht worden samen te werken.
‘Het Amerikaanse leger mag zijn eigen opvattingen en richtlijnen rond homoseksualiteit hanteren en het staat een Amerikaanse generaal natuurlijk vrij om publiek te laten weten dat hij dat beleid gehandhaafd wil zien, maar om ter rechtvaardiging daarvan in het openbaar zo grof en laatdunkend over homoseksuelen te spreken is niet acceptabel en in elk geval niet erg diplomatiek richting bondgenoten die andere opvattingen over homoseksuelen in het algemeen en homoseksuele en lesbische militairen in het bijzonder hebben’, schrijft COC-voorzitter Frank van Dalen aan minister Van Middelkoop.
‘Uw protest daarover bij uw Amerikaanse ambtgenoot kan er mogelijk aan bijdragen dat de Amerikaanse legerleiding en in het bijzonder generaal Pace zich dit bewust wordt en in het vervolg zich zal onthouden van dit soort uitspraken’, zo sluit de COC-voorzitter zijn brief aan de Defensieminister af.