Van Dalen constateert in zijn Open Brief dat na ‘het zoveelste incident van geweld tegen homomannen en lesbische vrouwen’ de maat vol lijkt.
‘Het geweld wordt serieus genomen, helikopters ingezet om daders op te sporen, extra strafverzwaringen geëist, uit de politiek komt de roep om meer camera’s en lokhomo’s. Maar al deze maatregelen kunnen niet verhullen dat er ook sprake is van een zekere machteloosheid. Wat kun je doen om geweld te stoppen? Misschien zorgt dat machteloze gevoel nog wel voor meer boosheid dan de incidenten zelf’.
Toch hoeven we ons volgens Van Dalen ‘niet machteloos te voelen’. De homobeweging moet de handen ineen sluiten, onder het motto _E pluribus unum_, uit velen één. ‘Wij willen niemand uitsluiten en sluiten niemand anders uit. Wij willen erkenning voor diversiteit en zullen diversiteit zelf erkennen. Alleen samen staan we sterk’, zegt Van Dalen.
Maar zolang in grote delen van de Amsterdamse samenleving wordt gezwegen en genegeerd, is de roep bij het Homomonument niet meer dan een machteloos gebaar volgens Van Dalen. De oud-voorzitter van COC Nederland wil daarom dat organisaties, bedrijven en scholen op alle niveaus zich hard gaan maken om uitingen van discriminatie en geweld tegen homo’s uit te bannen.
‘De politiek, politie en justitie doen hun uiterste best om geweld en discriminatie tegen homo’s aan te pakken’, stelt Van Dalen. ‘Nu is het aan de maatschappij om zich hier tegen uit te spreken’.
Van Dalen wil bijvoorbeeld dat scholen en zorginstellingen beloven voorlichting te geven over homoseksualiteit. Maar ook hoopt hij dat de gemeente Amsterdam zich aansluit bij de Company Pride, een homonetwerk waar diverse grote bedrijven zich bij hebben aangesloten. De bedrijven beloven zich openlijk uit te spreken over negatieve uitlatingen richting homo’s op de werkvloer.
‘Mocht de gemeente het niet uit zichzelf doen, ga ik daar vragen over stellen in de raad’, stelt Van Dalen. ‘Een volgende stap zou kunnen zijn dat organisaties hun subsidies verliezen als ze homoseksualiteit als onderwerp blijven negeren of ontwijken’.
Ook wil Van Dalen dat buurtsportclubs, maar ook een topclub als Ajax zich openlijk uitspreken tegen homogeweld en negatieve uitlatingen over homo’s in de kleedkamer en op het veld.
‘Leg het spel neer als ‘homo’ als scheldwoord wordt gescandeerd’, stelt Van Dalen. ‘En leg maar uit waarom dit kwetsend is voor jongens die worstelen met hun homoseksuele gevoelens. We moeten als Amsterdammers collectief een vuist maken tegen dit soort negatieve emoties’.
Met zijn voorstel hoopt Van Dalen de onvrede te kanaliseren die volgens hem leeft in de homogemeenschap na een aantal geweldsincidenten tegen homo’s de afgelopen maand. Hij gaat op de Gay Pride, die begin augustus plaatsvindt, ook openlijk aandacht vragen voor zijn initiatief.
‘Er staan daar een half miljoen mensen langs de grachten om te kijken naar de botenparade’, legt hij uit. ‘Het zou goed zijn als die mensen zich ook openlijk uitspreken tegen discriminatie of uitsluiting van homo’s, bijvoorbeeld door op het werk een GSA te beginnen’.