Gisteren zei CU-lijsttrekker André Rouvoet in een interview met Paul Rosenmüller bij de IKON het ‘moedig’ te vinden dat Jonathan van der Geer zich kandidaat gesteld heeft. Hij voegde daaraan toe dat Van der Geer niet op de kandidatenlijst zou zijn gekomen als hij een homoseksuele relatie zou hebben.
In een reactie daarop heeft de gereformeerde holebi-organisatie ContrariO een kritische persverklaring uitgebracht.
Daarin laat ContrariO weten in beginsel ingenomen te zijn met de kandidaatstelling van Jonathan van der Geer. ‘Het geeft aan dat er meer openheid in de partij is en er daarmee ruimte komt voor de daadwerkelijke ontmoeting’, zegt ContrariO-voorzitter Robert Daverschot.
Maar ContrariO wijst met nadruk op de in 2007 door de ChristenUnie ingestelde Commissie Representatie onder voorzitterschap van CU-prominent Janko Cnossen. Die commissie moest worden ingesteld omdat het toenmalige Amsterdamse CU-lid Yvette Lont op het uitsluiten van ‘praktiserende homoseksuelen’ voor partijfuncties had aangedrongen.
De commissie-Cnossen kwam met een rapport op grond waarvan de partij besloten heeft om partijleden met een homoseksuele relatie niet bij voorbaat uit te sluiten van vertegenwoordigende functies en dus ook niet als kandidaat op een kieslijst. De beslissing daarover zou steeds individueel en op grond van een persoonlijk en vertrouwelijk gesprek met een kandidaat genomen worden door een selectiecommissie. De uitkomst van zo’n gesprek zou niet bij voorbaat vast staan.
Bij de presentatie van het rapport van de commissie-Cnossen noemde CU-leider Rouvoet de uitkomst daarvan ‘principieel en zorgvuldig’, maar zijn uitspraken in het IKON-programma zijn dat zeker niet, die zijn meer in lijn met de opvattingen van zijn voormalig partijgenote Yvette Lont…
Het gaat in deze kwestie niet om de persoonlijke keuze die Jonathan van der Geer gemaakt heeft om geen relatie aan te gaan – een keuze die enkel gerespecteerd kan worden – maar om het partijstandpunt dat het hebben van een homoseksuele relatie niet bij voorbaat iemand uitsluit van een plaats op een CU-kieslijst. De uitspraken van Rouvoet vertroebelen dat partijstandpunt echter.
Tot die conclusie is ook ContrariO gekomen. Volgens voorzitter Daverschot ‘blijkt dat de gedragscode in de praktijk tot nu toe eenzijdig benaderd is’.
‘Met het nog eens benoemen van Rouvoet dat Van der Geer enkel kandidaat kan zijn op diens alleenstaande status, is er sprake van voorwaardelijkheid en daarmee beperkte ruimte voor christelijke homoseksuelen met politieke ambities’, zegt Daverschot.
Daverschot maakt zich daar zorgen over. ‘In de lijn van Monique Heger, voormalig raadslid in Wageningen die vorig jaar niet opnieuw door de ChristenUnie verkiesbaar werd gesteld vanwege haar lesbische relatie, dreigt de ‘gedragscode representatie’ zich tot een holle constructie uit te kristalliseren’.
Desondanks blijft ContrariO hopen dat ‘het klimaat van openheid en ruimte voor verschil blijvend de aandacht van de ChristenUnie krijgt die het verdient’.
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.