Kabinet zet sluizen voor discriminatie open
Het kabinet heeft besloten de zogenaamde tekstvariant A uit het advies van de Raad van State over te nemen.
_In de beide tekstvarianten is het vereiste van legitimiteit van het beroepsvereiste zo opgevat, dat instellingen op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag een grote vrijheid toekomt bij het formuleren van het doel dat met het vereiste wordt beoogd. (…) Anders gezegd: het stellen van eisen die zien op een of meer van deze andere antidiscriminatiegronden is uitsluitend gerechtvaardigd te achten voor zover deze eisen voldoende kunnen worden herleid tot de godsdienst/levensbeschouwing die de grondslag van de instelling vormt._
In dit advies van de Raad van State worden volgens het LKP feitelijk alle sluizen voor discriminatie opengezet, áls men zich maar op een levensbeschouwelijke grondslag kan beroepen.
Vrijheid van onderwijs?
Het LKP wijst er op dat de regering aan haar keuze voor tekstvariant A van de Raad van State nog een zin toevoegt.
_Het kabinet acht het wenselijk om in deze tekstvariant (…) tevens tot uitdrukking te brengen dat dit verschil in behandeling dat wordt gemaakt in verband met de godsdienst of levensovertuiging, waarbij de grondwettelijke bepalingen worden toegepast, geen discriminatie op een andere in de AWGB genoemde grond mag rechtvaardigen._
Minister Guusje ter Horst gaf in Trouw van 3 oktober jl. nadere tekst en uitleg: onder de voorgestelde formulering mag iemand niet geweerd worden omdat hij als homo leeft.
Inderdaad – op dit punt heeft de minister gelijk, erkent het LKP. ‘Iemand mag niet geweerd worden als homo of vanwege een homoseksuele relatie, maar omdat hij als homo niet loyaal is aan de grondslag van de school/instelling. Hij wordt dan geweigerd, omdat hij onvoldoende achter de grondslag staat, en het feit dat hij homo is speelt officieel geen rol’.
Zó wordt de vrijheid van onderwijs geperverteerd, concludeert het LKP.
Volledige ontplooiing van het kind
Ouders moeten kunnen kiezen voor een school waarop hun kinderen niet alleen goed leren rekenen enzovoorts, maar waar hen ook een bepaalde geloofstraditie wordt bijgebracht, gebaseerd op welk heilig boek dan ook.
Binnen die traditie moeten docenten volgens het LKP echter vrij zijn om te kiezen voor die levensstijl die bij hen past. ‘Er moet dus ruimte zijn voor ongehuwd samenwonende docenten en homoseksuele docenten, zo goed als voor bijvoorbeeld moslima’s op een islamitische school, die geen hoofddoek willen dragen’.
In een samenleving die discriminatie afwijst, dient de overheid hier volgens het LKP op toe te zien. ‘Het onderwijs dient kinderen niet alleen kennis en intellectuele vaardigheden bij te brengen, volgens internationale verdragen moet het ook gericht zijn op een ‘zo volledig mogelijke ontplooiing’ van het kind’.
In hoeverre voldoet een school daaraan, die zijn grondslag zo formuleert dat het kind op die school zeker niet zal kennismaken met de verschillende seksuele oriëntaties die in de samenleving voorkomen? En waar liggen de grenzen?
Schaf de ‘enkele-feitconstructie’ af
Het LKP roept het kabinet daarom op zich te conformeren aan internationale verdragen en Europese afspraken over non-discriminatie en de ‘enkele feit’-constructie écht af te schaffen en niet door een nieuw artikel van gelijke strekking te vervangen.
Pas dan worden alle scholen veilig voor al dan niet christelijke homoseksuele en lesbische docenten, stelt het LKP.