Terug naar overzicht

'Christelijke scholen trekken verkeerde conclusie'

Aanleiding voor het stuk van minister Ter Horst zijn opmerkingen van directeur Wim Kuiper van de Besturenraad, de koepelorganisatie van de besturen van het christelijk onderwijs (2200 scholen met bijna 800.000 leerlingen), in een artikel in Trouw van 1 oktober jl. – zie Hoe God verdwijnt uit de school.

Kuiper heeft daarin op grond van het kabinetsbesluit geconcludeerd dat scholen een ongehuwd samenwonende leraar of een leraar met een homoseksuele relatie mag ontslaan als dat in strijd is met de grondslag van de school. Kuiper noemt daarbij expliciet het voorbeeld van de homoseksuele leraar op de School met de Bijbel in Emst die vanwege het samenwonen met zijn partner ontslagen wordt en concludeert dat deze school dus ‘in zijn recht stond’.

‘Zijn conclusie is onjuist’, stelt Ter Horst.

Volgens Ter Horst is de kern van het kabinetsbesluit ‘helder: het schrappen van de ‘enkele feit’-constructie betekent geen verslechtering van de positie van de homoseksuele leerkrachten op bijzondere scholen’.

Letterlijk schrijft de minister: ‘Je kon en kunt niet ontslagen worden op een bijzondere school, omdat je homoseksueel bent. Of omdat je samenwoont met iemand van hetzelfde of een ander geslacht’.

Maar ‘scholen die een bepaalde levensbeschouwelijke grondslag hebben, mogen van hun personeel en leerlingen wel blijven vragen dat ze die grondslag niet belachelijk of ongeloofwaardig maken’, voegt Ter Horst daaraan toe.

Vervolgens maakt Ter Horst duidelijk dat het in deze kwestie gaat om het non-discriminatiebeginsel en de vrijheid van godsdienst en onderwijs. Stuk voor stuk grondrechten die ‘verworvenheden van de democratische rechtsstaat’ zijn, waarvan erkent moet worden dat ze met elkaar kunnen botsen. ‘Het is aan de wetgever – regering én parlement – om een balans te vinden’.

Ter Horst stelt dat in de AWGB die balans gevonden is. ‘Er is daar een afweging gemaakt die aan de vrijheid van het individu én de vrijheid van de instelling zo veel mogelijk recht doet’.

Bijzonder scholen mogen aan hun leraren wel ‘extra eisen stellen’, maar Ter Horst wijst er op dat die ’te maken moeten hebben met het verwezenlijken van de grondslag’. ‘Het moet daarbij wel gaan om eisen die echt nodig zijn voor de functie’, stelt Ter Horst en ‘het moet vast en consequent beleid zijn’. Verder mogen die eisen ook niet leiden ’tot discriminatie op een andere grond’.

Volgens Ter Horst ‘mag er geen misverstand’ over bestaan, dat de AWGB scholen niet ‘machtigt om leraren of andere personeelsleden te weigeren vanwege hun seksuele gerichtheid, ook niet als ze een homoseksuele relatie hebben en met die partner samenwonen’. Dat is niet nieuw, maar volgens Ter Horst ‘al bij de totstandkoming van de wet uitdrukkelijk aan de orde geweest’.

Scholen mogen medewerkers wel vragen om ‘de grondslag te onderschrijven’, maar ze mogen niet zover gaan dat ‘ongehuwd samenwonen of het hebben van een homoseksuele relatie via die grondslag wordt verboden’, beklemtoont de minister. Ze tekent daarbij aan dat ‘in de afgelopen tien jaar niet één homoseksuele leraar op basis van deze wet ontslagen of geweigerd is’.

‘Aan beide zijden van het spectrum menen sommigen de balans tussen grondrechten te kunnen laten doorslaan in de door hen gewenste richting’ en aan deze ‘misvatting wil het kabinet een einde maken’, stelt Ter Horst.

Met behoudt van de ‘bestaande balans tussen de grondrechten’ heeft het kabinet daarom besloten de ‘enkele feit’-constructie te schrappen en te ‘vervangen door een tekst die qua woordgebruik ook meer aansluit bij de Europese richtlijnen’.

Zie verder:

Besturenraad – In de bres voor eigen personeelsbeleid scholen

Metro – Ronald Plasterk: ‘Scholen niet dwingen over homo’s te praten

Zie voor meer informatie:

Kabinetsbesluit is van de regen in de drup