Uit het onderzoek van de Commissie Gelijke Behandeling blijkt dat ongeveer tien procent van de werknemers last heeft van expliciete discriminatie op grond van seksuele voorkeur. Lesbische vrouwen hebben veel meer last van ontwijken, negeren, niet serieus genomen worden, seksuele toespelingen en roddelen dan homoseksuele mannen.
Homomannen ervaren de meeste uitsluiting in typische mannenberoepen. ‘De portretten van homoseksuele bouwvakkers zoals ze onlangs in _L’Homo_, het homoblad van Linda, stonden, zijn daar een sprekende illustratie van’, zegt Vera Bergkamp.
Traditionele vrouwensectoren zoals het ziekenhuis zijn duidelijk homovriendelijker dan mannensectoren zoals de transportsector. Daar zijn opmerkingen als ‘hé homo!’ en ‘ik zou niet durven bukken voor jouw bureau’ niet van de lucht en lopen homo’s het risico het pispaaltje te worden.
Elke homoseksuele of lesbische werknemer moet zich op elke nieuwe werkplek opnieuw de vraag stellen ‘kom ik uit de kast of niet?’. De onderzoekers stellen vast dat de heteronormatieve werkvloer openheid van zaken over iemands seksuele voorkeur verlangt, maar ze kunnen daarover geen sluitend advies geven aan homoseksuele of lesbische werknemers. Ze constateren echter wel dat zowel zwijgen als openheid als ‘overlevingsstrategie’ negatieve uitkomsten kan hebben.
‘Wie zwijgt kan daardoor intern verscheurd raken met negatieve gevolgen voor de psychische gezondheid en wie er voor uitkomt, loopt het risico het mikpunt van pesterijen te worden of krijgt de rol van ‘voorlichter’ opgedrongen’, stelt Bergkamp vast op grond van het onderzoek.
COC Nederland pleit er voor dat de aanbevelingen uit dit rapport opgepakt worden door de overheid en werkgevers- en werknemerorganisaties. ‘Dat is ook in hun eigen belang, want een bedrijf waar homoseksuele en lesbische werknemers zich veilig voelen, heeft een bedrijfscultuur waar iedereen zich prettig en veilig kan voelen en dus optimale prestaties kan leveren’, zegt de COC-vicevoorzitter.
Dit rapport zou ook een aansporing moeten zijn voor de overheid om een gericht diversiteitsbeleid te voeren waar ook homoseksualiteit in wordt opgenomen. Het beleid van minister Ter Horst richt zich nu voornamelijk op vrouwen en allochtonen, op streefcijfers voor een evenwichtige samenstelling van het ambtenarenbestand en het doorbreken van het glazen plafond voor vrouwen in hogere functies.
‘Allemaal belangrijke zaken, maar de aandacht zou zich veel meer moeten richten op het doorbreken van de heteronormatieve werkcultuur’, zegt Bergkamp. ‘De oprichting van roze diversiteitsnetwerken die al bestaan in het bedrijfsleven en bij het ministerie van Justitie zijn daarvoor een goed middel’.
Het COC pleit er voor dat minister Plasterk de oprichting daarvoor actief gaat bevorderen en meer geld vrijmaakt voor de Gay Straigt Alliantie waarin COC en FNV samenwerken om de acceptatie van homoseksualiteit op de werkvloer te bevorderen.
Zie verder ons dossier Bedrijfsleven.