De betrokken leraar wil, zoals afgesproken met het schoolbestuur, samen met de school tot een voor beide partijen goede afwikkeling komen. Bovendien wijst hij er op dat hij de zaak nog altijd zelf aanhangig kan maken bij de Commissie Gelijke Behandeling.
‘Het standpunt van deze leraar begrijpen en respecteren we’, zegt Wouter Neerings, voorzitter van COC Nederland. Maar hier gaat het volgens het COC om meer dan enkel een geschil tussen deze ene werkgever en werknemer. ‘Dit is een zaak van algemeen belang, want enkel op grond van dit soort concrete gevallen kan de praktische werking van de Algemene Wet Gelijke Behandeling getoetst worden’.
De COC-voorzitter wijst er op dat er in de afgelopen jaren nauwelijks zaken aan de CGB voorgelegd zijn waarin de opvattingen in het bijzonder onderwijs over homoseksualiteit botsen met het verbod op homodiscriminatie. ‘Het gevolg daarvan is dat er ook botsende opvattingen zijn over wat er nu wettelijk wel of niet mag als het gaat om homoseksualiteit in het bijzonder onderwijs’.
Een oordeel van de CGB maakt daarom niet enkel duidelijk of deze school de Algemene Wet Gelijke Behandeling overtreden heeft, maar zal volgens COC-voorzitter Neerings ook onmiddellijk meer duidelijkheid geven aan het hele bijzonder onderwijs en aan alle homoseksuele leraren en overig onderwijspersoneel. Neerings wijst erop dat dit vooral voor de homoseksuele werknemers in het bijzonder onderwijs van groot belang is, omdat zij nu in volstrekte onzekerheid over hun rechtspositie leven.
De Algemene Wet Gelijke Behandeling geeft daarom aan belangenorganisaties zoals het COC nadrukkelijk de mogelijkheid om op grond van dat algemeen belang zaken voor te leggen aan de CGB.
Omdat zaken bij de CGB niet op stel en sprong behandeld worden, gaat het COC er vanuit dat dit het nu lopende overleg tussen de school en de leraar niet in de weg zal zitten. ‘Dat overleg verstoren we daarmee dus niet, maar we volgen de ontwikkelingen natuurlijk wel met belangstelling’, zegt COC-voorzitter Neerings.