Terug naar overzicht

Gewoon Homo Zijn op School

‘Een goede school heeft een zodanig schoolklimaat, dat er ruimte is om jezelf te zijn’, zo schrijft minister Plasterk in de brief.

De brief van minister Plasterk is een vervolg op de kabinetsnota Gewoon Homo Zijn_, waarin de minister aangaf scholen een handreiking te zullen sturen over het bespreekbaar maken van homoseksualiteit. Die handreiking voor het onderwijs zal door de minister op 17 mei a.s. (op IDAHO, de Interantionale Dag tegen Homofobie dus) gepresenteerd worden.

Onderzoeken

Aanleiding voor het versturen van de brief zijn twee onderzoeken, die de Inspectie van het Onderwijs in opdracht van minister Plasterk heeft gedaan.

Het onderzoek _Anders zijn is van iedereen bevat een verslag van een rondetafelgesprek met schoolgaande jongeren over wat zij denken over en vinden van homoseksualiteit. Aan de leerlingen werd gevraagd aan te geven hoe zij tegen homoseksualiteit aankijken.

In het tweede onderzoek, _Weerbaar en divers_, werd binnen verschillende schooltypen onderzocht op hoeveel scholen incidenten rond seksuele diversiteit en seksuele weerbaarheid voorkomen en hoe scholen aandacht geven aan seksuele diversiteit en seksuele weerbaarheid. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste leerlingen en docenten hun school weliswaar als veilig en open beschrijven, maar ook dat veel leerlingen zich niet veilig genoeg voelen om voor hun mogelijke homoseksualiteit uit te komen.

Canal Parade

In zijn brieven aan de scholen roept minister Plasterk zowel leerlingen als onderwijspersoneel op in augustus met hem mee te varen tijdens de Gay Pride in Amsterdam.

‘Ik zal zowel leerlingen als onderwijspersoneel die zich inzetten en willen inzetten om de acceptatie van homoseksuelen op scholen te vergroten, uitnodigen om met mij tijdens de Canal Parade van 1 augustus mee te varen’, schrijft Plasterk. ‘Ook de onderwijsbonden en de sectorraden zal ik hiervoor uitnodigen. Hiermee wil ik uitstralen dat homoseksuelen zich ook op school geaccepteerd moeten kunnen voelen en het onderwijs hen die veilige omgeving wil bieden’.

Veilig en discriminatievrij

Hoe scholen het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in de klas behandelen is aan de scholen zelf. Iedere school moet dit kunnen doen vanuit haar eigen visie en identiteit.

Om scholen daarbij te ondersteunen heeft het Centrum voor School en Veiligheid op verzoek van de minister het bestaande onderwijsmateriaal met betrekking tot seksuele diversiteit gebundeld in een brochure, waarnaar in de brief verwezen wordt.

Minister Plasterk schrijft in zijn brief dat homoseksuele leerlingen en docenten op alle scholen welkom dienen te zijn. Dat is volgens de minister ‘onlosmakelijk verbonden met het streven naar een veilige en discriminatievrije school’.

Gedragsregels mogen volgens de minister daarom geen onderscheid maken tussen hetero- en homoseksuele leerlingen, leerkrachten en overig onderwijspersoneel. En de minster laat er ‘geen misverstand’ over bestaan dat geen enkele school personeelsleden mag weigeren vanwege seksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

Scholen mogen volgens de minister wel aan (aspirant)medewerkers vragen de grondslagen van de school te onderschrijven en hen daarvoor ook een verklaring laten ondertekenen. In de uitwerking van die grondslagen mag echter niet staan dat ongehuwd samenwonen of het hebben van een homoseksuele relatie wordt afgewezen, want dat is volgens Plasterk in strijd met de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB).

‘Als een school gedragsregels stelt, gelden die voor hetero’s en homo’s in gelijke mate’, schrijft de minister.

Kinderachtig

Voorzitter P. W. Moens van de stuurgroep homoseksualiteit van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) reageert geschrokken op de brief. Hij vraagt zich af waarom de minister in een handreiking over de bespreekbaarheid van het thema de vinger juist weer legt bij het personeels- en toelatingsbeleid van het bijzonder onderwijs.

‘Het is kinderachtig’, vindt Moens. ‘Wij doen ons best om onze visienota over dit onderwerp uit te voeren. Maar dan moet Plasterk ons daar wel de kans voor geven. Het is niet bevorderlijk als hij maar met dat vingertje blijft wijzen’.

‘Er wordt onrecht gedaan aan de erkenning van de diversiteit aan opvattingen en geloofsovertuigingen in de Nederlandse samenleving. De positie van minderheden wordt niet gewaarborgd door de minister’, stelt Moens. ‘Bovendien loopt Plasterk met zijn interpretatie van de Algemene wet gelijke behandeling vooruit op een advies van de Raad van State’.

Minister Plasterk wilde dinsdagavond niet reageren op de uitlatingen van de voorzitter van de VGS.

Kamervragen

Het kabinet heeft in december advies aan de Raad van State gevraagd, omdat de regeringspartijen er onderling niet uitkomen of de Algemene Wet Gelijke Behandeling moet worden aangepast als het gaat om de positie van homoseksuelen die werkzaam zijn bij een organisatie op politieke of godsdienstige grondslag.

De brief van Plasterk heeft dan ook geleid tot onrust en ongenoegen bij coalitiegenoten CDA en ChristenUnie en bij de SGP.

CDA-Kamerlid Jan Jacob van Dijk is dan ook ‘verbaasd’ dat Plasterk een brief van deze strekking heeft gestuurd naar alle scholen, zonder die vooraf aan te kondigen.

‘Het verhaal van de minister is incompleet. Er kunnen ‘bijkomende omstandigheden’ zijn waardoor christelijke scholen sollicitanten met een homoseksuele relatie mogen weigeren. Dat verzuimt Plasterk in de brief te melden’, aldus Van Dijk.

Hij wijst erop dat de Tweede Kamer in juni met de minister in discussie gaat over de vrijheid van bijzondere scholen om docenten met een homoseksuele relatie te weigeren.

‘Er ligt dan ook een advies van de Raad van State. Wij zullen de minister in ieder geval houden aan de uitspraken die er tot nog toe liggen van de Commissie Gelijke Behandeling. Als de minister daar anders over denkt, heeft hij ons het een en ander uit te leggen’.

SGP-leider Bas van der Vlies is ‘niet verwonderd’ over de uitspraken van Plasterk, omdat al langer bekend was dat de minister deze lijn voorstaat.

‘Maar de tijd van vrijblijvendheid is blijkbaar voorbij. De discussie over eventuele aanpassing van de Algemene Wet Gelijke Behandeling moet nog worden gevoerd en de minister moet niet voor de muziek uitlopen. Ik hoop in ieder geval dat de minister niet al te agressief wordt naar de scholen’.

Van der Vlies benadrukt dat bijzondere scholen het ‘authentieke recht’ hebben om docenten ‘met een andere levensstijl’ niet aan te nemen. ‘Die ruimte is er, en laten we hopen dat die er blijft’.

Van der Vlies wijst er verder op dat Plasterk te maken heeft met het CDA en de ChristenUnie als coalitiepartners. ‘Zij hebben ook hun verantwoordelijkheid’, aldus de SGP-leider.

De ChristenUnie en het CDA hebben inmiddels Kamervragen gesteld over de brief van Plasterk. Het CDA vraagt zich af waarom het advies van de Raad van State over eventuele wijziging van de AWBG niet is afgewacht.

De ChristenUnie vindt dat de gevolgtrekking die Plasterk maakt, niet automatisch voortvloeit uit de AWBG. Bovendien komt het oordeel daarover toe aan de rechter en Commissie Gelijke Behandeling (CGB) en niet aan de minister, schrijft CU-Kamerlid Ed Anker. ‘De brief laat veel ruimte voor onduidelijkheid’, aldus een woordvoerder van de ChristenUnie.

Plasterk zei woensdag na afloop van de ministerraad dat de brief aan de scholen ‘gewoon staand beleid’ bevat. Hij wees er ook op dat de brief is afgestemd met de CGB.

Lees voor meer informatie de OCW-website.
_Onderaan deze pagina staan links naar de onderzoeken, de handreikingen en de brieven aan het basis- en voortgezet onderwijs en een beleidsbrief aan de Tweede Kamer_.

Zie verder ons dossier Onderwijs – ook daarin zijn alle stukken van dit roze onderwijsbeleid van minister Plasterk te vinden.