Waar het COC de minister de ogen voor wil openen, is het feit dat de ‘village’-gedachte waar de minister terecht op wijst, in veel van deze gezinnen al een vanzelfsprekend is. Juist homo/lesbische ouders kiezen heel bewust een sociale omgeving die bijdraagt aan een veilige en goede opvoeding van hun kinderen. De buurt en de school worden met zorg gekozen en de ouders spelen daarin een actieve rol om eventuele negatieve reacties te voorkomen. Verder worden bijvoorbeeld ook andere volwassenen bewust als aanvullende rolmodellen bij de opvoeding van de kinderen betrokken. Zoals de minister terecht opmerkt, wordt daarmee de basis van het gezin versterkt.
COC Nederland is overigens ook van mening dat de samenleving gezinsvriendelijker moet worden. ‘Daar hebben ook homo/lesbische gezinnen belang bij’, zegt Vera Bergkamp.
Specifieke maatregelen, zoals de rol van de Centra voor Jeugd en Gezin als het gaat om opgroei- en opvoedingsvragen over homoseksualiteit voor jeugdigen en hun ouders – zoals al wel genoemd in de homo-emancipatienota Gewoon Homo Zijn – ontbreken echter. Cijfers over het aantal homo/lesbische gezinnen worden opvallend genoeg niet in de Gezinsnota genoemd. Het is daarom onduidelijk of deze gezinnen wel als zodanig opgenomen zullen worden in de Atlas van het Gezin en in het wetenschappelijk onderzoek en het opvoeddebat die aangekondigd worden.
Opvallend is verder dat belangrijke nieuwe wetgeving om de juridische positie van de zogenaamde lesbische meemoeder te versterken niet genoemd wordt. Het kabinet heeft aangekondigd nog dit parlementaire jaar met een wetsvoorstel te komen waardoor de meemoeder van rechtswege of door erkenning juridisch ouder kan worden van het biologische kind van haar partner.
Zie de website van het ministerie voor Jeugd en Gezin voor de Gezinsnota.