In de winter van 2007 leek de lucht tussen homo’s en de ChristenUnie op te klaren. De partij voerde ‘goede gesprekken’ met organisaties als het COC. Later dat jaar werd de positie van homo’s binnen de partij echter op polemische wijze ter sprake gebracht door Yvette Lont. De daaropvolgende bezinning door de Commissie-Cnossen en het ledencongres in mei 2008 stonden vooral in het teken van _damage control_. De rijen moesten intern worden gesloten, naar buiten toe moest de partij in ieder geval formeel de deur voor homo’s op een kier houden.
Nu de storm rond Lont en de nasleep daarvan is gaan liggen, hoop ik dat er alsnog een constructieve dialoog op gang komt tussen de ChristenUnie en gelovige homo’s. Het landelijk bestuur en de fractie in Den Haag moeten de regie hernemen, in plaats van op grond van een formele procedure telkens naar lokale afdelingen door te verwijzen.
Om dat te bereiken doe ik vijf suggesties en roep ik de ChristenUnie op proactief positie te kiezen. Deze aanbevelingen zijn tot stand gekomen in samenspraak met een groep bezorgde partijleden, theologen en bestuurders.
Het valt niet te ontkennen dat een aanzienlijk deel van gelovige homo’s nog altijd te lijden heeft onder de veroordeling door medegelovigen én onder onbegrip van niet-christelijke homo’s. De groep zit in feite tussen twee vuren. Het is volgens mij – los van alle theologische afwegingen, die je bij dit onderwerp kunt maken – primair een zaak van liefde en medemenselijkheid om deze situatie te willen veranderen.
De ChristenUnie zou daaraan positief kunnen bijdragen door politiek leiderschap te tonen en concreet hoop te bieden aan gelovige homo’s. Waarom ook eigenlijk niet? De ChristenUnie is een partij die stem geeft aan kwetsbare groepen in de samenleving. Volgens mij zeg ik niets te veel als ik de groep gelovige homo’s aanduid als zo’n kwetsbare groep.
Strategieën
Welke routes staan open voor de ChristenUnie om de kwetsbare positie van gelovige homo’s te verbeteren?
Als eerste noem ik de
verwijzingsstrategie
. De partij verwijst dan in voorkomende gevallen naar ‘pastorale settings’: kerken en hulpverlenings¬organisaties. Daarin schuilt echter een groot risico. Het uitgangspunt van sommige organisaties is dat homo’s van hun homoseksualiteit moeten worden bevrijd. Gezien de slagingspercentages van dergelijke therapieën is dit een recept voor nog meer leed en frustratie.
De tweede strategie is die van het
glazen plafond
voor homo’s binnen de partij. Formeel of informeel wordt homo’s de toegang tot politieke functies ontzegd; dit wordt ‘gecompenseerd’ met het toelaten van homo’s in andere functies. Maar staat dit niet op gespannen voet met de verantwoordelijkheid elke taak uit te voeren alsof het een toewijding aan de Heer betrof? Iets concreter: waarom mogen homo’s wel koffiezetten en op de achtergrond mee besturen, maar worden blokkades opgeworpen als het politieke functies betreft? De facto is deze strategie overigens al aan de orde.
Een derde route is de
SGP-strategie
. De ChristenUnie kan de Bijbel ‘letterlijk’ interpreteren, homo’s categorisch weren. Dit geeft duidelijkheid voor iedereen en versterkt het orthodoxe profiel van de partij. Maar dat zou op andere vlakken dan ook om aanscherping vragen, zoals in het abortusdossier, waarin de CU een pragmatische en resultaatgerichte insteek heeft gekozen.
Ten slotte kan de ChristenUnie de kop in het zand steken en niets doen: de
struisvogelstrategie
. De door de partij aangenomen gedragscode veroorzaakt echter voortdurende discussie, onduidelijkheid en zelfs willekeur. Wanneer de partij gevoelige besluiten alleen maar neemt in de binnenkamers van selectiecommissies en lokale besturen, weet niemand waar hij aan toe is. De onzekerheid die dit meebrengt, geldt voor iedereen in de partij.
Aan elk van deze strategieën kleven grote bezwaren. Ze dragen dan ook niet wezenlijk bij aan het beschermen van een kwetsbare groep. Het zal aan de reeks van ongelukkige uitspraken, zoals die van Lont, bovendien geen einde maken.
Aanbevelingen
Welke weg staat de ChristenUnie dan wél open?
Ik doe op deze plaats enkele aanbevelingen die het uitgangspunt van een proactieve koers voor de partij kunnen gaan vormen.
1. Schaf de celibaatgelofte af
De praktische uitwerking van de gedragscode is een celibaatgelofte, zowel voor bestuurders als politici. De vraag om nooit een relatie aan te gaan is simpelweg onfatsoenlijk. Het valt in dezelfde categorie vragen als ‘denk je binnen nu en acht jaar van je vrouw te scheiden?’ Bij de roeping tot het politieke ambt past geen kuisheidsgordel, maar een boetekleed. Het boetekleed ontsiert de man niet, maar niemand hoeft dat kleed te dragen voor hij daar goed en wel aanleiding toe heeft gegeven. Dit is een eerste stap voor de verbetering van de positie van homo’s binnen de partij.
2. Ga en blijf in gesprek met christenhomo’s
Betrek christelijke homo-organisaties zoals Contrario, Refoanders en het CHJC bij een constructieve dialoog. Waar de Commissie-Cnossen vooral aan interne bezinning deed, zou deze dialoog ook een publiek karakter moeten hebben. Zo kan aan de rijke geschakeerdheid aan overtuigingen, ook binnen de cirkels van christenhomo’s, werkelijk recht worden gedaan.
3. Vernieuw de bezinning op Bijbel en wetenschap
Binnen het Wetenschappelijk Instituut dient een studie te worden verricht naar verschillende interpretaties van de Bijbelse en de wetenschappelijke gegevens rondom homoseksualiteit. Commissie-Cnossen deed vooral een beroep op partij-historische argumenten. Onderzoek vanuit het Wetenschappelijk Instituut kan dit verdiepen en aanvullen met argumenten uit theologie en wetenschap.
4. Stel een vertrouwenspersoon aan
Laat de partij een vertrouwenspersoon aanstellen met wie zittende politici, medewerkers en bestuurders discreet, zonder gevolgen kunnen spreken over bijvoorbeeld huwelijksproblemen of geaardheid. Deze vertrouwenspersoon kan ook een adviesfunctie krijgen binnen de partij en in voorkomende gevallen bemiddelen tussen partij en betrokkene. Zijn zorgvuldige evaluaties kunnen bovendien als argument worden meegewogen bij het maken van de uiteindelijke afweging om homo’s al of niet toe te laten tot bepaalde posities.
5. Ontwerp een actieplan
De ChristenUnie kan een actieplan opstellen om homoseksualiteit in kerken, gezinnen en moskeeën bespreekbaar te maken. Daarmee kan zij zich onderscheiden van haar coalitiepartner de PvdA en minister Plasterk, die homo-emancipatie slechts door een strikt seculiere bril bekijken. Minister Rouvoet kan hier het initiatief toe nemen en ook de fractie kan zich hier hard voor maken. De ChristenUnie is een partij van integere mensen en verdient het niet om zo vaak negatief in het nieuws te komen. Het spijt mij dan ook bijzonder dat mijn situatie nu gebruikt wordt in betogen waar ik niet achter sta.
Homoseksualiteit is een serieuze worsteling in de levens van veel mensen uit de ChristenUnie-achterban. Daarom is mij ook veel gelegen aan een fatsoenlijk, maar scherp debat. De ChristenUnie dient een steun te zijn voor deze groep in plaats van een obstakel. Obstakels zijn er immers al genoeg.
_Sander Chan is politicoloog, verbonden aan de Vrije Universiteit. Tot 13 oktober was hij lid van het bestuur van ChristenUnie Amsterdam_
Zie verder ons dossier ChristenUnie.