Terug naar overzicht

‘CDA en CU, ga de strijd aan met ideologie Plasterk’

‘Het kabinet-Balkenende IV wordt bemand door de PvdA en twee christelijke partijen. Des te opvallender is het daarom dat vanuit deze regering geluiden klinken die de vrijheid van godsdienst aantasten. Het is beangstigend dat deze overheid zich gaat bemoeien met de inhoud van opvattingen van burgers’, constateren Kloosterman en Nijsink.

De visie sluit aan bij het commentaar van de SGP-jongeren op Prinsjesdag. ‘Het is schrijnend dat een kabinet met twee christelijke partijen niet ronduit de wortels noemt waaruit onze cultuur voortkomt. Wat voortkomt uit het kabinet zijn slechts nivellerende uitlatingen over de eigen christelijke cultuur, terwijl een liberale partij het wel aandurft om de joods-christelijke cultuur als wortel te benoemen’.

Hinderlijke eigenschap

Vooral de uitlatingen van minister Plasterk hebben de SGP-jongeren enorm verbaasd en roepen vragen op. ‘Hoe ver wil dit kabinet ingrijpen? Tot in het spirituele denkkader van mensen? Een beangstigend idee. Al langer lijkt de vrijheid van godsdienst te worden versmald, zowel in de politiek als bij de rechterlijke macht’.

Volgens Kloosterman en Nijsink heeft minister Plasterk, belast met de emancipatie van onder andere homoseksuelen, begin 2008 de aanval geopend op orthodox-christelijke scholen.

‘Plasterk – het zij hem nagegeven – maakt in de ontmoetingen en ook in de media steeds een aardige indruk, hoewel hij de gewenste gevoeligheid en voorzichtigheid soms totaal niet kan opbrengen. Een hinderlijke eigenschap voor een bewindspersoon met een gevoelige portefeuille’.

Volgens de SGP-jongeren ‘deugen zijn opvattingen inhoudelijk niet en al helemaal niet als vertegenwoordiger van het kabinet’. Volgens hen kan de overheid ‘niet zomaar een uitspraak doen over de inhoud van theologische standpunten’. Zij laken het argument van Plasterk dat het slechts gaat om een ‘serie leef- en gedragsregels’.

Visienota

Aanleiding voor de recente opmerking van Plasterk over de reformatorische scholen was de visienota van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VSG) over homoseksualiteit. De VGS verdedigt het reformatorische uitgangspunt dat de homoseksueel niet mag worden afgewezen, maar wel de zondige praxis.

‘Minister Plasterk noemt dit verbazingwekkend genoeg ‘vernieuwend’. Het onderscheid tussen mens en gedrag is echter al tijden gangbaar in de christelijke mensvisie’, stellen Kloosterman en Nijsink – en dat klopt inderdaad.

Naastenliefde

‘Het is ook verbazingwekkend dat een minister die de scheiding tussen kerk en staat belijdt, gaat voorstellen hoe een religieuze minderheid het concept naastenliefde zou moeten invullen. Waar de persoonlijke overtuiging daadwerkelijke consequenties voor anderen krijgt, in bijvoorbeeld het toelatingsbeleid voor personeel op een school, gaat de deur dicht. (…) Het kabinet zwijgt’, stellen de SGP-jongeren vast.

Het benoemen van een zondige praxis behoort volgens hen niet alleen tot een ‘serie leef- en gedragsregels’, zoals Plasterk suggereert.

‘Het afwijzen en benoemen van zonde hoort wel degelijk bij het innerlijk van religie. Uit het geloof komt ook de gehoorzaamheid aan wat God vraagt voort. Wat Plasterk voorstelt, kan niet. De serie leef- en gedragsregels komt voort uit de diepste overtuiging, het geloof, om te doen wat God wil: God liefhebben boven alles en liefde tot medemensen. Juist die uitleving van godsdienst wordt geborgd in onze grondwet’.

Gelijksheidsideologie

‘Verworven en in de grondwet geborgde vrijheden lijken nu te worden begrensd door een gelijkheidsideologie’, stellen Kloosterman en Nijsink.

‘Op grond waarvan accepteert dit kabinet niet dat we daden als zondig willen afwijzen? Waarom maakt dit kabinet een groot punt van een groep in de samenleving die – geheel tegen de meerderheid in – een ander standpunt inneemt, maar wel degelijk goed functioneert binnen de Nederlandse samenleving?’, vragen zij zich af.

Adhesiebetuiging

Kloosterman en Nijsink sluiten zich ronduit aan bij de visie van Johan Quist, voorzitter van RefoAnders. Die stelde in een artikel in het Reformatorisch Dagblad op 10 september jl. volgens hen terecht dat Plasterk de vrijheid van godsdienst inperkt. Quist riep de christelijke politiek op tot ‘een krachtig geluid’.

‘Zijn appel verdient wat ons betreft een adhesiebetuiging en dwingt ons tot spreken’, zeggen Kloosterman en Nijsink.

De kritiek vanuit de SGP-jongerenorganisatie sluit ook aan bij de scepsis van SGP-partijleider Bas van der Vlies over de regeringsdeelname van de ChristenUnie. Daar had Van der Vlies ‘meer van verwacht’ liet hij rond Prinsjesdag weten.

Zie ook:

SGP had meer van CU verwacht in kabinet