Terug naar overzicht

CU-raadslid Huizenga blijft homoseksuelen afwijzen

‘ChristenUnieraadsleden moeten op een geloofwaardige manier de standpunten van de partij uitdragen. Het principe van de ChristenUnie is dat het huwelijk is voorbehouden aan man en vrouw en dat dáár seksuele gemeenschap thuishoort. Dat betekent dus dat homoseksuelen de partij niet kunnen vertegenwoordigen. Net zoals ongehuwd samenwonenden de ChristenUnie wat mij betreft niet kunnen vertegenwoordigen’, zegt CU-raadslid J. Huizenga in een interview met het Reformatorisch Dagblad op de maandag na het Uniecongres.

Een domme opmerking

Dat standpunt, al voor het Uniecongres van zijn partij dit weekend verwoordt op zijn weblog, heeft tot protest geleid in de gemeenteraad van Almere.

Het verwondert Huizenga niet dat zijn orthodox-christelijke opvatting over homoseksualiteit heftige weerstand oproept. Toch schuwt hij een debat in de politieke arena niet. ‘Ik weet dat ik een standpunt heb dat ingaat tegen de geest van deze tijd’.

Leefbaar Almere-raadslid Frits Huis beschuldigt Huizenga van ‘gristelijk verantwoorde discriminatie van homoseksuelen’. Huizenga noemt dat ‘een domme opmerking’.

‘Als ChristenUnie hebben we het recht om binnen de partij mensen met een bepaalde leefstijl niet toe te staan om als politiek vertegenwoordiger actief te zijn. Dat is een logisch verhaal’, stelt Huizenga.

Een leeg woord

‘Discriminatie is een volstrekt leeg woord geworden. Als ik wat vind over homoseksualiteit, word ik aan de hoogste boom gehangen. Ik mag kennelijk niks zeggen. Maar dat geldt dan weer niet voor iemand als columnist Gregorius Nekschot. Als die wordt aangesproken voor uitingen die duidelijk lasterlijk zijn, springen politici voor hem in de bres’.

‘Ik kan ook D66 niet geloofwaardig vertegenwoordigen. Die partij wil dat elke zondag de winkels opengaan, ik wil het tegenovergestelde. Ook een keiharde liberaal zal niet op de lijst komen van de PvdA. Net zomin een directeur van een abattoir de Partij voor de Dieren zal vertegenwoordigen’, zegt Huizenga.

Een hoop lawaai

Huis vindt dat christelijke politici politici zoals Huizenga anderen hun geloof willen opleggen. ‘Hij doet wat hij mij verwijt. Hij probeert zijn leer over homoseksualiteit mij op te leggen. Ik leg niemand mijn principes op’, antwoordt Huizenga daarop.

‘Soms wil men een bepaald onderscheid kennelijk niet horen. Terwijl wereldwijd het huwelijk tussen man en vrouw nog steeds als norm wordt gezien, moeten wij hier in Nederland kennelijk vooroplopen, in een soort tweeëntwintigste eeuw. Men maakt een hoop lawaai tegen mensen die de homoseksuele omgang afkeuren’.

Huizenga zegt ook geen hekel aan homo’s te hebben. ‘Natuurlijk niet. Ik heb bijvoorbeeld voorheen als directeur van het Arbeidsbureau homo’s aangenomen. Daar maak ik geen punt van’.

Raadsleden in Almere willen deze week opheldering van Huizenga over zijn standpunt omtrent homoseksualiteit. Huizenga niet het debat met vertrouwen tegemoet.

‘Ongetwijfeld zal er met van alles worden gegooid. Maar als men een beetje redelijk nadenkt, zal men mijn gedachtegang kunnen begrijpen. Ik heb niet wakker gelegen van de commotie en ik zal er ook niet van wakker liggen’, zegt Huizenga.

Een tik op de vingers

COC Nederland heeft het partijbestuur van de ChristenUnie om opheldering gevraagd. Het Uniecongres heeft het advies van de commissie-Cnossen massaal overgenomen. Kern daarvan is dat homoseksuelen niet categorisch afgewezen worden voor partijfuncties, maar dat de geschiktheid van kandidaten met een homoseksuele relatie in een ‘open en vertrouwelijk gesprek’ door selectiecommissie beoordeeld worden, waarbij de uitkomst niet bij voorbaat vast staat.

‘Daarmeen is het standpunt van Huizenga in strijd met de nieuwe partijlijn’, zegt COC-voorzitter Frank van Dalen. ‘Het zou voor de ‘geloofwaardigheid’ van die partijlijn, minstens voor de homoseksuele leden van de ChristenUnie, een goed signaal zijn als het partijbestuur dat ook aan dit raadslid laat weten en hem publiekelijk op de vingers tikt’.

Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.