Het opiniestuk verschijnt op de dag dat een stuurgroep die het reformatorisch onderwijs wil gaan adviseren over homobeleid een gesprek heeft op het Onderwijsministerie. De bij Tot Heil des Volks aangesloten stichting Different is lid van deze stuurgroep.
De partij moet voorkomen dat, als de commissie-Cnossen straks met een advies komt over een gedragscode voor CU-vertegenwoordigers, alle aandacht gericht zal zijn op het thema homoseksualiteit. De discussie moet ‘naar een hoger plan’ getrokken worden, vinden Van Rhee en Van de Sluis. Critici zullen namelijk blijven proberen de ChristenUnie vast te pinnen op de vraag of die homoseksuele relatie nu wel of niet mag, denkt Van Rhee.
‘Het gaat om de vrijheid om Christus na te volgen en de Bijbel op een orthodoxe manier te lezen. (…) Een ferm claimen van het grondrecht van godsdienstvrijheid is nodig, ook richting minister Plasterk’.
Na ruim een half jaar directeurschap van Tot Heil des Volks voelde Van Rhee zich voldoende vrij om over de CU-discussie te schrijven.
‘Ik heb zeven maanden mijn mond gehouden, nu moet men er maar aan wennen dat ik geen CU-directeur meer ben’, licht hij toe. ‘Dit onderwerp raakt een maatschappelijke discussie en daarin speelt de ChristenUnie toevallig een rol. Als stichting maken we ons ernstig zorgen om de godsdienstvrijheid. Het debat daarover willen we graag Bijbels duiden’.
Van Rhee en Van der Sluis roepen de partij op ‘een spaatje dieper te steken en de discussie te voeren die echt nodig is. Er staan grondrechten op de tocht en een nieuwe groep onverdraagzamen heeft het op de haarvaten van onze overtuiging voorzien’, schrijven zij, doelend op ‘de moderne kruisvaarders en inquisiteurs bij D66 en het COC’.
De ChristenUnie is volgens de directeur van Tot Heil des Volks ‘met open ogen in de val getrapt’. ‘Ze kon slechts via het instellen van de adviescommissie nog uitstel afkopen. Maar straks zitten ze daardoor misschien des te steviger in de tang’.
Volgens Van Rhee, voorheen directeur van het partijbureau van de ChristenUnie en vertrouweling van CU-partijleider André Rouvoet, moet de partij de in Nederland bestaande godsdienstvrijheid overigens niet gebruiken om in een gedragscode voor CU-vertegenwoordigers vast te leggen dat zij geen homoseksuele relatie mogen hebben.
‘Als je een Bijbelse partij bent en Christus wilt navolgen, selecteert zich vanzelf uit wie er wel en niet bij horen’, licht Van Rhee zijn opiniestuk toe.
Om het orthodoxe deel van de CU-achterban tevreden te houden, zal er ‘op de een of andere manier’ een beperking gesteld moeten worden aan homoseksuele relaties bij vertegenwoordigers van de partij.
Voor het ‘verlichte’ deel van de achterban zal dat aanleiding zijn om hun politieke onderdak elders te zoeken, verwacht Van Rhee.
De discussie over het actief zijn van homoseksuelen in de ChristenUnie startte in de zomer van 2007, na uitlatingen van het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont over dit onderwerp.
In juni zal een door de partij ingestelde commissie, onder leiding van oud-GPV-voorzitter en huidig CU-wethouder in Zwolle Janco Cnossen, een rapport uitbrengen over de kwestie.
{Bron: Reformatorisch Dagblad]
Zie ook:
Oprichting Stuurgroep Homoseksualiteit Refo-Onderwijs
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.