Terug naar overzicht

CGB – Gemeente Langendijk vs. Weigersollicitant

De gemeente Langendijk heeft als functie-eis gesteld dat een trouwambtenaar alle huwelijken moet voltrekken, dus ook huwelijken tussen paren van gelijk geslacht. Dit heeft de gemeente dan ook vermeld in de wervingsadvertenties. Verdere motivatie is dat de functie een openbaar ambt is waarvoor een eed wordt afgelegd. Dit houdt in dat er wettelijke voorschriften nageleefd dienen te worden. Verder bestrijdt de gemeente dat het een discriminatiezaak betreft omdat de klager niet werkelijk heeft gesolliciteerd.

De klager is van oordeel dat de functie-eisen ten onrechte op dergelijke wijze zijn geformuleerd. Zijn motivatie: het is mogelijk praktische oplossingen te bedenken waardoor alle homoparen kunnen trouwen zonder dat hij daarbij betrokken hoeft te zijn. Hij zegt bovendien dat de gemeente geen onderscheid mag maken maar dat er wel degelijk ruimte is voor ambtenaren om onderscheid te maken.

Tijdens de behandeling van deze zaak zijn op al deze punten zowel de gemeente als de aanklager diepgaand ondervraagd door de commissie maar wat het oordeel van de commissie zal zijn moet nog even worden afgewacht tot 10 april.

COC Nederland

is van mening dat alle nieuwe trouwambtenaren alle huwelijken moeten sluiten en dat gemeenten dat ook rechtsgeldig van sollicitanten mogen vragen.

Omdat er

maar één huwelijk

is dat voor alle paren open staat zonder onderscheid – dat is de kern van de wettelijke openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht en dient in dit soort zaken het uitgangspunt van elk oordeel te zijn.

Omdat er

geen wettelijke regeling

voor weigerambtenaren bestaat om daarop toch onderscheid te maken – en daar is ook nu geen Kamermeerderheid voor.

Omdat een praktische regeling waar zittende weigerambtenaren om mogen vragen – maar geen rechten aan kunnen ontlenen – niet sluipenderwijs tot een

verkapt pragmatische recht

mag worden opgewaardeerd dat ook geldt voor sollicitanten voor de functie van trouwambtenaren.

Omdat

uitspraken van de CGB

daar zeker niet de basis voor mogen vormen.

Omdat

niemand verplicht is trouwambtenaar te worden

– als je geen huwelijken van paren van gelijk geslacht wilt trouwen, dan moet je gewoon voor een andere vak kiezen.

Omdat het daarom geen pas geeft dat er ruimte gegeven wordt aan nieuwe weigerambtenaren om doelbewust hun functie te misbruiken om over de ruggen van de bruidsparen die ze wel willen trouwen demonstratief een

maatschappelijk discriminerend signaal

af te geven dat volkomen ingaat tegen de gelijkberechtiging die de kern van de wettelijke openstelling van het huwelijk vormt.

Omdat dit slechts

het zondagse gezicht

is van de godsdienstige afwijzing van homoseksualiteit. Weigerambtenaren zeggen wel steeds dat het daar niet om gaat, dat ze op godsdienstige gronden enkel vinden dat het huwelijk voorbestemd is voor een man/vrouw-paar en dat hun bezwaren dús geen homovijandigheid zijn, maar bij nadere toetsing zal steeds blijken dat dit wel degelijk een rol speelt. Daar dient de CGB bij de beoordeling daarom ook meer rekening mee te houden.

In 2002 oordeelde de CGB dat de gemeente Hattem zo’n ‘weigersollicitant’ niet mag weren. Vraag is hoe het oordeel anno 2008 zal luiden. Een uitspraak met politieke implicaties, omdat een Kamermeerderheid tegen een wettelijke regeling voor ‘weigerambtenaren’ is – incl. regeringspartij PvdA. Maar coalitiegenoot de ChristenUnie denkt daar anders over.

Zie ook:

CGB buigt zich weer over weigerambtenaar

Zie voor meer informatie ons dossier Homohuwelijk.
Daar is ook een overzicht te vinden van onze gemeentelijke inventarisatie van weigerambtenaren.