Terug naar overzicht

Lont: ‘Meerderheid ChristenUnie staat achter mij’

In het interview met De Ochtenden’ maakt Yvette Lont duidelijk dat ze lid geworden is van de ChristenUnie vanwege de bijbels gefundeerde standpunten van de partij in medische ethische kwesties, zoals zwangerschapsonderbreking en levensbeëindiging, en de afwijzing van homoseksualiteit.

Dat laatste vindt ze niet echt een belangrijk punt, dat lijkt alleen maar zo vanwege de motie die daarover ingediend heeft om praktiserende homoseksuelen te weren uit partijfuncties.

‘De partijleiding van de ChristenUnie heeft er een belangrijk punt van gemaakt door de laatste tijd met afwijkende standpunten te komen over deze kwestie. Dat schuiven van de partijtop bracht mij aan het wankelen. Met mijn motie wilde ik daar duidelijkheid over hebben’, zegt Lont. Daarom verlangt ze van de partijleiding dat ze verschuivende standpunten duidelijk naar de achterban communiceren.

Lont zegt dat ze haar motie heeft ingetrokken na stevig overleg met de CU-partijtop en met het bestuur van de Amsterdamse ChristenUnie. Mede op haar voorstel is besloten tot het instellen van een commissie die met een advies over een gedragscode voor CU-partijvertegenwoordigers gaat komen.

Lont zegt dat ze ‘niet blij’ is met Janco Cnossen, die deze commissie gaat voorzitten. Volgens haar wijst Cnossen praktiserende homoseksuelen niet zondermeer af en daarom kan hij niet goed leiding geven aan het werk van de commissie. ‘Cnossen loopt vooruit op de discussie’, stelt Lont.

Bovendien wijkt het standpunt van Cnossen af van de meerderheid van de partijleden. Volgens eigen onderzoek van Lont wijst 60 tot 70 procent van de leden van de ChristenUnie praktiserende homoseksuelen als vertegenwoordigers van de partij af.

Maar uit onderzoek dat vanavond bekend wordt gemaakt in het programma _Netwerk blijkt dat de meerderheid van de stemmers op de ChristenUnie daar geen probleem mee heeft.

Dat verbaast Lont niet. ‘Die stemmers hebben de partij extra zetels opgelevert bij de laaste Kamerverkiezingen, omdat het sociale en groene programaa van de partij ze aansprak en de ChristenUnie daarmee een goed alternatief vonden voor het CDA’, zegt ze.

‘Voor de ChristenUnie geld nu echter de vraag: blijven we orthodox of gaan we schuiven’, zegt Lont.

Of de kwestie echt speelt in de partij, weet Lont niet zeker. Ze heeft geen idee hoeveel praktiserende homoseksuelen lid zijn van de ChristenUnie. ‘Valt reuze mee’, schat ze in. ‘Als je homo bent en christen en je wilt politiek bedrijven, dan moet je je afvragen of de ChristenUnie wel je partij is. Dan kun je misschien beter lid worden van het CDA’.

‘In de samenleving kan ik homoseksuelen niet afwijzen, maar een christelijke partij, bijbels gefundeerd, heeft het recht te zeggen dat de homoseksuele praxis niet in de partij past’, stelt Lont. ‘Die opvatting mag ik hebben, die mag niet de kop ingedrukt worden’.

En dat is volgens Lont geen discriminatie. Helaas komt in het interview niet de vraag aan de orde of Lont zich heeft gerealiseerd dat het vastleggen en verspreiden van die opvatting in een expliciete motie ten einde het weren van praktiserende homoseksuelen in een gedragscode te laten vastleggen mogelijk wel aanzetten tot discriminatie is.

‘Ik heb niets tegen homo’s – die treedt ik met respect tegemoet’, zegt Lont. Maar op bijbelse gronden maakt ze een strikt onderscheid tussen de homofiele geaardheid en de homoseksuele leefwijze.

Bijbels gezien kan er wat Lont betreft geen twijfel over bestaan dat de ‘homoseksuele praxis’ als zondig wordt afgewezen. ‘De bijbel is daar duidelijk over. De homoseksuele leefwijze gaat in tegen het Woord van God’.

Dat daar in een aantal kerken anders over gedacht wordt, dat daar gesteld wordt dat de bijbel niet spreekt over een liefdevolle, duurzame monogame homo- of lesbo-relatie, klopt volgens Lont niet. ‘Houden van elkaar’, zegt Lont, is geen waarborg voor het toestaan van deze zondige relaties.

‘Ik raad ze aan de bijbel dan nog maar eens goed te lezen’, zegt Lont. ‘Ook het Nieuwe Testament is daar duidelijk over’. Lont verwijst daarbij naar de brieven van Paulus.

Lont zegt geen spijt te hebben van haar acties. ‘Ik zou het precies zo weer doen’. Alleen zou ze mogelijk haar motie aangehouden hebben en pas op het Uniecongres besloten hebben die in te dienen.

Of ze zelf aanwezig zal zijn op 17 november bij het congres van de ChristenUnie weet Lont nog niet zeker. ‘Dat hangt af van de veiligheidssituatie’, zegt ze.

Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.