Terug naar overzicht

SGP-oproep - verdeelde reacties reformatorisch onderwijs

Het reformatorisch onderwijs wil geen aparte lesmethode over homoseksualiteit ontwikkelen, maar wil het gesprek over homoseksualiteit wel een duidelijker plaats geven in het onderwijs.

Driestar

Dat zegt Rens Rottier, voorzitter van het College van Bestuur van Driestar Educatief, een kenniscentrum voor het reformatorisch onderwijs. Rottier reageert – ook in een opiniestuk in deze krant – op SGP-leider Bas van der Vlies die gisteren stelde dat in het reformatorisch en gereformeerd onderwijs homoseksualiteit bespreekbaar moet worden gemaakt. Zo voorkomen scholen dat het ministerie van Onderwijs hen dwingende voorschriften oplegt, denkt Van der Vlies.

Volgens Rottier wordt er op reformatorische scholen wel over homoseksualiteit gesproken, maar is openheid inderdaad lastig. ‘Leraren moeten een drempel over’. Tegelijk is het in het reformatorisch onderwijs volgens hem wel doorgedrongen dat een duidelijk standpunt over homoseksualiteit noodzakelijk is. ‘Wij willen geen aanleiding geven tot homohaat, ook niet in de vorm van grapjes. Bovendien wijzen orthopedagogen en psychologen ons erop dat ook op onze scholen jongeren met homoseksuele gevoelens rondlopen. Ook die jongeren moeten zich bij ons veilig voelen’.

Driestar Educatief is daarom bezig met de ontwikkeling van een cursusprogramma voor vertrouwenspersonen en mentoren. Volgens Rottier vervullen zij een sleutelrol in de begeleiding van homoseksuele leerlingen. Het inzetten van een apart lespakket voor leerlingen over homoseksualiteit vindt Rottier geen goed idee. ,,Homoseksualiteit als apart gebied bespreken, vinden wij kunstmatig. Het is onderdeel van het geheel van seksuele vorming.”

RefoAnders

Een apart lespakket over homoseksualiteit zou bovendien de indruk kunnen wekken dat homoseksualiteit op reformatorische scholen wordt gepromoot, denkt Johan Quist van RefoAnders, een stichting voor homoseksuelen met een reformatorische achtergrond.

‘Daar zijn onze scholen huiverig voor. We moeten de Bijbelse lijn vasthouden, zegt men’. Maar juist over wat die Bijbelse lijn is, zou Johan Quist een gesprek willen. Want mag een arm om de schouder wel of niet? Een kus, mag dat wel of niet? Zo specifiek moet het gesprek op reformatorische scholen worden gevoerd, vindt Quist. ‘Reformatorische scholen maken zich er te snel met een oneliner van af: dat de Bijbel homoseksuele praktijk afwijst. Maar veel jongeren hebben homoseksuele gevoelens. Wat moeten ze daarmee? Moeten ze die dan maar wegdrukken omdat het van de Bijbel niet mag? Het gesprek moet concreet en specifiek zijn. Niet vaag en onduidelijk’.

Quist is daarom blij met de oproep van Van der Vlies. ‘Een veilige schoolomgeving is soms ver te zoeken. Leraren en leerlingen durven binnen onze scholen nauwelijks voor hun geaardheid uit te komen. Leraren nemen nog liever ontslag. Daarom vind ik het perfect dat een sleutelfiguur als Van der Vlies dit aan de orde stelt’. In de toekomst hoopt RefoAnders een lespakket seksuele vorming te presenteren waarin ook homoseksualiteit wordt besproken. Wanneer dat is, weet Quist nog niet.

Calvijn College

Directeur van het reformatorische Calvijn College in Goes, A. Vogel, denkt dat de oproep van Van der Vlies ‘niet tegen dovemansoren’ is gezegd. ‘Het zal ons stimuleren ons standpunt helder te verwoorden’. Tegelijkertijd wil Vogel benadrukken dat bespreekbaar maken niet hetzelfde kan betekenen als ‘moet kunnen’. ‘Een zondige levenspraktijk wijzen wij af, maar we willen jongeren met een homoseksuele oriĆ«ntatie begeleiden in hun worsteling’. Net als Rottier zegt Vogel dat het gesprek over homoseksualiteit al wordt gevoerd. ‘Het komende jaar staat seksuele vorming zelfs tijdens ouderavonden op de agenda’.

ContrariO

Robert Daverschot van de gereformeerde vereniging voor homo’s en lesbiennes ContrariO, is blij met de woorden van Van der Vlies. Op de gereformeerde en christelijke scholen uit zijn achterban wordt inmiddels wel veel over homoseksualiteit gesproken. ‘Het wordt nu tijd dat we spijkers met koppen gaan slaan’, vindt hij. Daverschot bedoelt dat homoseksualiteit structureel besproken moet worden. ‘Ik ben bang dat het nu vaak te vrijblijvend is en niet verder komt dan ‘ik heb een buurman die ook homo is en die is heel aardig’. Daar hebben leerlingen niets aan’.

ContrariO werkt al een ruim een jaar aan een lespakket over homoseksualiteit voor het christelijk onderwijs dat op het moment door gebruikers wordt getest. De organisatie doet dat in samenwerking met het gereformeerde Gomarus College in Groningen. ‘In onze lesmethode willen we de verschillende visies die in brede christelijke kring over homoseksualiteit bestaan, bespreken. Dus niet alleen: het mag niet, punt. Als dit zwart-wit beeld nog binnen reformatorische kringen heerst, is onze methode voor hen niet bruikbaar’.

Gomarus College

Juist die diversiteit aan visies in christelijke kring maakt het volgens directeur van het Gomarus College in Groningen, Bert de Jong, lastig om als school een duidelijk standpunt in te nemen. ‘Het heeft tijd nodig om tot een goed beleid te komen. Wij willen leerlingen vooral een veilige leeromgeving bieden. Daarom kan dit onderwerp wat mij betreft niet vaak genoeg aan de orde zijn’.