Terug naar overzicht

Topmbtenaar noemt homobeleid 'achterhaald'

Met verwondering heeft COC Nederland daarom kennis genomen van Bekkers opmerkingen over homo-emancipatiebeleid in Binnestebuiten (nummer 15, 2007).

In een interview met dit blad van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) antwoord Bekker op vragen over het verminderen van het aantal ambtenaren. Dat is zeker een topprioriteit van het nieuwe kabinet en Bekker is speciaal voor dat doel aangesteld als project-secretaris-generaal voor vernieuwing van de rijksdienst bij het ministerie van BZK.

Volgens Bekker moet daarvoor ‘naar de uitvoerbaarheid’ van de plannen gekeken moet worden. ‘Achterhaald beleid’ zou in zijn visie als eerste geschrapt moeten worden en daarvoor heeft hij ook al een ‘lijstje’.

Als enige voorbeeld daarvan noemt Bekker het homo-emancipatiebeleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daar houdt dit ministerie zich al jaren mee bezig, maar volgens Bekker hoeft dit beleid ‘niet meer de allerhoogste prioriteit te krijgen’.

COC Nederland vindt dit een opmerkelijke uitspraak die van weinig inzicht in recent onderzoek naar (het gebrek aan) sociale acceptatie van homoseksualiteit in ons land blijk geeft, zoals beschreven in het rapport ‘Gewoon doen’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Uit dit onderzoek blijkt immers dat van homo’s meer terughoudend in het openbaar verwacht wordt. Homoseksualiteit wordt primair gezien als iets dat tot het privé-leven behoort en in het publieke domein niet openlijk geuit dient te worden.

Het gevolg van deze dubbele moraal is dat homo’s en lesbo’s het publieke gedrag aan deze overheersende norm aanpassen om geen negatieve reacties op te roepen, waardoor zij onzichtbaar zijn in het publieke domein. Er is namelijk vooral sprake van tolerantie op afstand. Een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit komt vaker voor bij jongeren, ouderen, mannen, lager opgeleiden, religieuzen en allochtone Nederlanders.

De SCP-onderzoekers komen in dit rapport daarom nadrukkelijk tot de conclusie dat de sociale acceptatie van homoseksualiteit zeker niet is voltooid en zelfs zal verslechteren als de overheid niet ingrijpt. Bekker ziet dat klaarblijkelijk anders.

Gelet op deze onderzoeksconclusie mist de uitspraak van

Roel Bekker

dat homo-emancipatiebeleid achterhaald is elke grond. Zijn visie op homo-emancipatiebeleid verontrust het COC ook omdat zijn eigen ministerie verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld de politie en daarmee een cruciale rol speelt in beleid gericht op het bestrijden van homovijandigheid en -discriminatie. Bekker’s opvatting geeft het COC ook te denken als het gaat om de rol van werkgever die dit ministerie voor alle rijksambtenaren vervuld.

Bekker’s uitspraak staat bovendien haaks op het kabinetsvoornemen om aan de bestrijding van homovijandigheid op tal van maatschappelijke terreinen prioriteit te geven. Voor het eerst in twintig jaar wordt homo-emancipatie als beleidsdoelstelling expliciet in een coalitieakkoord genoemd. Het COC stemt met deze beleidskeuze voluit in, maar blijkbaar sluit het kabinetsbeleid niet aan op de visie van Bekker.

Het COC dringt er bij Bekker dan ook op aan uit te leggen hoe zijn uitspraken te rijmen zijn met recente onderzoeksresultaten en vooral met de beleidsprioriteiten die het nieuwe kabinet heeft gesteld.